Oncologie

Oncologie
PdJ
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Oncologie
PdJ

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Wat kanker is en welke tumoren er zijn
  • Wat de algemene verschijnselen en
    behandelingen bij kanker zijn
  • Wat borstkanker, darmkanker en longkanker is

  • Wat zijn je eigen leervragen over kanker?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Heb je zelf wel eens te maken gehad met kanker?
A
Nee
B
Ja, zelf
C
Ja, in mij n familie
D
Ja, in mijn omgeving

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je al van oncologie?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Oncologie of kanker
Ongeremde celdeling, gevolg: tumor of gezwel:
  • Benigne = goedaardig
  • Maligne = kwaadaardig
  • Metastase = uitzaaiing.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een wrat is een tumor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Een wrat is een benigne (goedaardige) tumor of gezwel.
Aan een benigne tumor kun je wel overlijden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wanneer een benigne tuomr gezond weefsel kapotdruk, bijvoorbeeld in de hersenen, kan iemand er wel door overlijden.
Metastasen - uitzaaiingen
  • Botten
  • Zenuwstelsel
  • Organen  → ascites (vocht in buikholte).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Metastasering
Tumorcellen (A)  laten los van primaire tumor (B)
Via bloed- of lymfevaten (C) naar andere organen/weefsels
Gevolg: secundaire tumoren = metastasen = uitzaaiingen.
 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Verschillende tumoren
  • Sarcoom: steunweefsel, weke delen, bot (maligne)
  • Carcinoom: epitheelcellen (maligne)
  • Glioom: hersencellen (kan benigne of maligne zijn)
  • Lipoom: vetweefsel (benigne)
  • Myoom: spierweefsel (benigne).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Alarmsymptomen

  • Blijvende hoest met bloed/slijm
  • Slikproblemen
  • Afwijkende moedervlekken
  • Knobbeltje ergens in het lichaam


  • Ongewoon vaginaal bloedverlies
  • Zaadbalklachten
  • Verandering van ontlasting(spatroon)
  • Problemen bij plassen
  • Ongewild gewichtsverlies.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Noem zoveel mogelijk manieren waarop kanker behandeld kan worden:

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Behandeling curatief of palliatief
  • Chemotherapie - cytostatica
  • Radiotherapie - bestraling (uitwendig of inwendig)
  • Chirurgisch - operatie 
  • Immunotherapie - stimuleert eigen afweer
  • Hormoontherapie - bijv. bij borst- en prostaatkanker
  • Doelgerichte therapie - blokkeert deling kankercellen.

Slide 16 - Slide

Doelgerichte therapie, ofwel targeted therapie, is een behandeling met medicijnen die de groei en deling van kankercellen blokkeren doordat ze de werking tegengaan van specifieke moleculen die de kankercellen nodig hebben voor hun groei en overleving.
Wat is de oorzaak dat mensen met kanker vaak kaal worden?
A
Haren groeien niet meer omdat de tumor de energie gebruikt
B
Als gevolg van de behandeling met cytostatica

Slide 17 - Quiz

Een wrat is een benigne (goedaardige) tumor of gezwel.
Bijwerkingen cytostatica
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid
  • Haaruitval
  • Tekort aan  bloedcellen
  • Diarree of obstipatie
  • Slijmvliesdefecten.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen radiotherapie
  • Huidproblemen
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid
  • Haaruitval
  • Diarree 
  • Slijmvliesdefecten.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

TNM classificatie tumoren 
  • T = Tumorgrootte, de diameter of mate van ingroei (T1-4)
  • N = Node (lymfeklier), aantal/plaats van lymfeklieruitzaaiingen (N0-2)
  • M = Metastasen (uitzaaiingen) op afstand van de tumor in bv andere organen, botten etc.(M0-1).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bij welke groep mensen groeien tumoren het langzaamst?
A
Kinderen van 0-12 jaar
B
Pubers van 12-18 jaar
C
Volwassenen van 18-65 jaar
D
Ouderen ouder dan 65 jaar

Slide 21 - Quiz

Een wrat is een benigne (goedaardige) tumor of gezwel.
Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Mammacarcinoom
  • Bevolkingsonderzoek: mammografie 
  • Vrouwen 50 - 75 jaar iedere 2 jaar.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Mammacarinoom is altijd:
A
benigne
B
maligne

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Behandeling mammacarcinoom
  • Operatie: tumor verwijderen of mastectomie met okselkliertoilet
  • Chemotherapie met cytostatica
  • Radiotherapie, bestraling
  • Hormoontherapie.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Een zorgvrager heeft een gemetastaseerd coloncarcinoom.
Wat betekent dat?
A
Goedaardige dikkedarmtumor
B
Goedaardige longtumor
C
Kwaadaardige dikkedarmtumor
D
Kwaadaardige longtumor

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

00:08
Wat is de Latijnse naam voor borstkanker?
A
Basaalcelcarcinoom
B
Bronchuscarcinoom
C
Mammacarcinoom
D
Melanoom

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Coloncarcinoom
  • Risico bij meerdere benigne poliepen in de darm en ongezonde leefstijl
  • Bevolkingsonderzoek 55 - 75 jaar iedere 2 jaar
  • Bij bloed in ontlasting: coloscopie.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Behandeling darmkanker
  • Operatie, tumor verwijderen, zonodig stoma
  • Chemotherapie met cytostatica
  • Radiotherapie, bestraling.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Longcarcinoom

  • Wordt vaak laat ontdekt
  • Daardoor slechte prognose
  • Niet-kleincellig:  5-jaars-overleving 23%
  • Kleincellig: 5-jaars overleving 8%.
Rokerslong en gezonde long

Slide 33 - Slide

Niet-kleincellig komt veel vaker voor dan kleincellig
02:49
Hoe heet het kijkonderzoek van de luchtwegen?
A
Bronchoscopie
B
Pneumothorax
C
Thoracotomie
D
X-thorax

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat heb je geleerd over oncologie?

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

Vertel in eigen woorden:
  • Wat kanker is en welke tumoren er zijn
  • Wat de algemene verschijnselen en
    behandelingen bij kanker zijn
  • Wat borstkanker, darmkanker en longkanker is

  • Wat zijn je eigen leervragen over kanker?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 37 - Poll

This item has no instructions