Thema 1; Sociale Media; Hoofdstuk 3; taalverzorging Les 2

Spelling 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spelling 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Uitleg over het vervoegen van de tegenwoordige tijd
Zelfstandig werken
Afsluiten met black stories 

Wat leer je? 
Hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegt 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Vervoegen van zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
  • vervoegen van werkwoorden uit het Engels in de tegenwoordige tijd. 

Slide 3 - Slide

Theorie 1 – Vervoegen in de tegenwoordige tijd – 1

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

werkwoordspelling tegenwoordige tijd werkwoordspelling
A
Hij zaagd het hout..
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.

Slide 6 - Quiz

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 7 - Quiz

werkwoordspelling

A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 8 - Quiz

Theorie 2 – Vervoegen in de tegenwoordige tijd – 2

Slide 9 - Slide

Theorie 3 – Werkwoorden uit het Engels

Slide 10 - Slide

Welke werkwoorden ken jij uit het Engels?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Hij ..... (faxen) het filmpje door (TT)

Slide 13 - Open question

Mijn moeder ..... (streamen) heel veel series

Slide 14 - Open question

Zelfstandig werken
Maak opdracht B + C+ D van 1.4 

Ben je klaar? 
Werk aan je boekverslag

Slide 15 - Slide