.tekst 3A

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom bij Latijn

ga rustig zitten op je vaste plek

pak je tekstboek  en je werkboek

Programma

Opfrissen grammatica

Bespreken tekst deel 1 via Lessonup

Zelfstandig afmaken OF werken aan godenopdracht

Lesdoelen:  

Je kunt vragen beantwoorden over grammatica en inhoud van de Latijnse tekst

Je kunt zelfstandig werken aan de tekst/godenopdracht

infinitivus

praesens

vervoeging

stam

persoonsuitgang

hele werkwoord

tegenwoordige tijd

het werkwoord minus de persoonsuitgang

rijtjes van werkwoordsvormen

letters waarmee de persoonsvorm wordt aangeduid

Werkwoord voorkennis

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

inf.

tis

mus

nt

o

t

s

re

videte!

1. jij ziet
2. jullie zien
3. zie!
4. ziet!

Latona

Godin en Moeder van Apollo en Diana

Iuno is boos...

Latona dwaalt rond en heeft dorst

Tekstboek p. 28 + vertaling in je oefenboek.
r. 1 sitit

1. jij hebt dorst
2. hij/zij heeft dort
3. jullie hebben dorst
4. zij hebben dorst

r. 3 laborant

1. ik werk
2. hij/zij werkt
3. jullie werken
4. zij werken

r. 3 laborant

1. ik werk
2. hij/zij werkt
3. jullie werken
4. zij werken

kijk na

Latona zerft over de akkers en houdt haar/de kinderen vast. 

De godin heeft dorst. 

2 Toevallig ziet ze een meertje.

3 Daar werken boeren.

r 1-3

ik had (bijna) alles goed

ik had het niet goed maar ik snap het nu

ik heb nog een vraag

r. 4-5
Latona wil drinken

1. de boeren ook
2. de boeren laten haar niet drinken
3. de boeren laten haar drinken

r. 6 vetatis

1. ik verbied
2. jij verbiedt
3. wij verbieden
4. jullie verbieden

r. 8 sitimus

1. ik heb dorst
2. jij hebt dorst
3. wij hebben dorst
4. zij hebben dorst

kijk na

4 Latona wil water drinken

5 maar de boeren staan het niet toe.

6 " Waarom verbieden jullie me te drinken" vraagt Latona

7 Zien julie mijn kinderen niet?

8 Wij hebben dorst en zijn moe.

r 4-8

ik had (bijna) alles goed

ik had het niet goed maar ik snap het nu

ik heb nog een vraag

r. 9 sinite

1. ik sta toe
2. jij staat toe
3. sta toe
4. staat toe/jullie moeten toestaan

r. 10: de woorden roeren de boeren niet.
Dit betekent?

1. ze worden er verdrietig van
2. ze worden er niet verdrietig van
3. ze zijn in de war
4. ze zijn blij

En nu

ik heb nog een vraag

ik heb de tekst nog niet af en ga verder vertalen

ik ben al klaar en ga aan het godenproject (Teams)