21-11-10 Start analgetica

1 / 16
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Regels voor succes:

-  Je bent op tijd in de les.
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop 
- Je hebt de (huiswerk)opdrachten gemaakt.
- Je telefoon staat op stil en zit in je tas.
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons.
- Je hebt luistert tijdens de uitleg.
- Je maakt aantekeningen.




 

Zoek de verschillen???

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zou jij willen leren vandaag over pijn?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Lesdoelen van vandaag:

-  Je weet op welke wijze pijn ontstaat.
- Je kunt het verschil tussen acute en chronische pijn uitleggen.
- Je kent de onderverdeling van de analgetica.
- Je kent het geneesmiddel paracetamol.

 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vandaag werken we aan kerntaak ...?
A
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
B
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
C
Kerntaak 3 Biedt productzorg
D
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Pijnbeleving is door ieder verschillend, van individu tot moment.
Pijn een persoonlijke belevenis waar een ander in feite niets over kan zeggen. Je zal maar dokter wezen. 
Fascia = bindweefsel, bevatten veel zenuwuiteinde.
Pijn is fijn, want.......

Slide 8 - Open question

Pijn heeft een signaalfunctie. 
Echter gaan een aantal ernstige ziektes in het begin niet gepaard met pijn, lijdt tot verlies van vertrouwen in lichaam.
Constante pijn= verlies van signaalfunctie.
Hevige pijn kan ook lijden tot het verlies van kwaliteit van leven.
Oorzaken van pijn
  • Nociceptieve pijn → “gewone” pijn
 Pijn door schade aan weefsel, signaalfunctie.
 Vaak niet continu aanwezig en afhankelijk van belasting.
 Bv: artrose, sneetje

  • Neuropatische pijn → “zenuwpijn”
 Beschadiging aan zenuwstelsel, pijnprikkel zonder functie.
 Continu aanwezig, soms ook met aanvallen.
 Bv: diabetische zenuwpijn, neuropathie bij chemokuur.


Slide 9 - Slide

pijn ontstaat vaak door weefselbeschadiging. Chemische stoffen komen vrij en prikkelen de zenuwuiteinde, die signalen doorgeven aan de hersenen, daar ontstaat dan de pijngewaarwording. 
Acute of chronische pijn
Acuut: duidelijke oorzaak die ook goed te verhelpen is.

Chronisch: onduidelijke oorzaak of oorzaak die niet meer over gaat.





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het meten van pijn

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Analgetica = pijnstillers

  • Niet-opioïden → ‘gewone’ pijnstillers, sommige zijn zonder recept verkrijgbaar. Bijvoorbeeld: paracetamol en ibuprofen, diclofenac (NSAID’s)

  • Opioïden → ‘sterke’ pijnstillers, deze zijn alleen op recept verkrijgbaar. Bijvoorbeeld: morfine, fentanyl, oxycodon

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waardoor wordt pijn veroorzaakt?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

vr3. Wat zijn de verschillen tussen chronische en acute pijn?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Vr.4 Waar staan de codes AUD, UA, UR en AV voor?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Hoe heb jij deze les ervaren?
0100

Slide 16 - Poll

This item has no instructions