Lichaamstaal

Lichaamstaal
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Lichaamstaal

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog?
Bespreek in een groepje wat we de vorige les hebben behandeld. Je krijgt hier 2 minuten te tijd voor. 
Daarna bespreken we dit klassikaal. 

Slide 2 - Slide

Let jij op de houding, gebaren en gezichtsuitdrukkingen van mensen waar je mee praat of die je ziet? Leg uit.
Maak jij weleens bewust gebruik van je houding, gebaren of gezichtsuitdrukkingen?

Slide 3 - Open question

Doelen 
1. Aan het eind van de les kan je vertellen wat de belangrijkste aspecten van lichaamstaal zijn. 
2. Aan het eind van de les kan je vertellen welke invloed lichaamstaal op een gesprek kan hebben. 
3. In de les oefen je met het bewust inzetten van lichaamstaal tijdens een gesprek. 

Slide 4 - Slide

Lichaamstaal
Non-verbale signalen bepalen 60-80% van de indruk van de ontvanger.
Grootste deel van wat je overbrengt gebeurt dus zonder dat je je mond open doet!

Slide 5 - Slide

Aangeleerd / aangeboren
Meeste lichaamstaal is aangeleerd (gebaren verschillen overal ter wereld), maar sommigen zoals gezichtsuitdrukkingen zijn aangeboren (angst, pijn, vreugde, verrassing) > geldt ook voor doven en blinden.
Tonen hiervan verschilt per cultuur/opvoeding, zeker bij anderen. Culturele invloed kan groot zijn.

Slide 6 - Slide

Interpersoonlijke afstand
Vaak gevoelig voor interpersoonlijke afstand > heeft invloed op interpretatie van de boodschap
intieme zone: armlengte 0-45 cm
persoonlijke zone: armlengte 45-120 cm
sociale zone: armlengte 1,2-3,5 m
publieke zone: armlengte 3,5-7,5 m

Slide 7 - Slide

Waar hangt keuze voor bepaalde afstand van af?

Slide 8 - Open question

Voorbeelden non-verbale communicatie
- handen schudden
- lichaamshouding
- gezichtsuitdrukkingen
- klank van je stem
- haardracht
- kleren
- hoe je kijkt
- je glimlach
- hoe dicht je bij anderen staat
- hoe je luistert
- je zelfvertrouwen
- je ademhaling
- hoe je beweegt
- hoe je staat
-hoe je anderen aanraakt

Slide 9 - Slide

Paralinguïstiek
Stembuigingen
Toonhoogte (intonatie)
Volume
Pauzering
Klemtoon
Spreektempo

Slide 10 - Slide

5 functies van lichaamstaal
Aanvulling van de boodschap
Benadrukking van de boodschap
Vervanging van de boodschap
Regeling van het gesprek
Terugkoppeling of feedback

Slide 11 - Slide

Uiterlijk
- lichaamsbouw en gezicht
- haardracht, kleding, sieraden
- maar ook bezittingen (horloge, auto)


Slide 12 - Slide

Lichaamshouding
- insluiting vs. uitsluiting
- dominerende vs. onderdanige houding
- genegenheid
- open vs. gesloten houding
- ontspanning
- kopiëren van houding

Slide 13 - Slide

Spiegelen
'Baas' neemt vaak initiatief, ondergeschikten volgen.
Synchroniseren gebeurt vaak onbewust, vooral ook als mensen elkaar graag mogen.

Slide 14 - Slide

Handgebaren

Slide 15 - Slide

Gezichtsuitdrukkingen

Slide 16 - Slide

Oogcontact
Oogcontact is belangrijk
Mensen reageren positief op pupilverwijdingen
Bij iets vervelends worden pupillen kleiner
Aankijken moet functioneel zijn, anders worden mensen er agressief van (vooral mannen) > associatie met woede
Timing is belangrijk
Elkaar aankijken is in veel culturen beleefd

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Schrijf in een aantal zinnen op wat de belangrijkste aspecten van lichaamstaal zijn en welke invloed lichaamstaal tijdens communicatie kan hebben.

Slide 20 - Open question

Opdracht 
Je gaat "speeddaten"! Tijdens de speeddate zet je bewust lichaamstaal in. Je pakt een opdrachtkaartje en gebruikt de lichaamstaal die erop staat beschreven. Na 3 minuten stopt het gesprek en evalueer je het gesprek. 

Slide 21 - Slide

Waar sta jij ten opzichte van de les doelen? Wat gaat goed? Wat kan en nog verbeteren?

Slide 22 - Open question