Schrijf de volgende werkwoorden juist op, gebruik zo mogelijk de tegenwoordige tijd.
15 In het dorp
loopt Lieke rechtstreeks naar de
gesloten bibliotheek
16 Daar heeft ze een kwartier gewacht, waarna de medewerkster de deur voor haar opent/opende.
17 In de tussentijd heeft Lieke gebeld met haar geadopteerde zus.
18 Maar helaas beantwoordde die haar telefoon niet, daardoor wist Lieke niet welk boek ze voor haar moet meenemen.
19 Het door haar gekozen boek wordt door de medewerkster opgeschreven.
20 Lieke probeert het in haar uitpuilende tas te stoppen, iets dat helaas niet gelukt is.