Hoe maak ik een begroting-het financiele plan

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een begroting maken.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een begroting maken.

Slide 1 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
waarom een begroting maken?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Waarom begroten?
Om de haalbaarheid van een onderneming of project te toetsen.

Vertaal je dromen in geld.

Maakt de consequenties van je beslissingen inzichtelijk.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten begrotingen
Investeringsbegroting:
-welke spullen je moet aanschaffen

Exploitatiebegroting:
-hoeveel omzet wil  je maken


Slide 4 - Slide

Geef een duidelijke definitie van wat een begroting is.
Wat is een begroting?
Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode.

Begroot altijd excl. BTW


Slide 5 - Slide

Geef een duidelijke definitie van wat een begroting is.
Waarom is een begroting belangrijk?
Een begroting helpt je om je geld beter te beheren en te plannen.

Begroot altijd excl. BTW

Slide 6 - Slide

Beschrijf de voordelen van het maken van een begroting.
Inkomsten
Maak een lijst van al je inkomsten, die je denkt te behalen met de uitwerking van jou project?

Inkomsten: hebben betrekking op je portemonnee en bankrekening

=cashflow, bedragen die door je handen gaan

Slide 7 - Slide

Leg uit wat inkomsten zijn en geef voorbeelden.
Uitgaven
Maak een lijst van al je uitgaven, die je denkt te moeten doen bij de uiwerking van jou project?

Uitgaven: hebben betrekking op je portemonnee en bankrekening

=cashflow, bedragen die door je handen gaan

Slide 8 - Slide

Leg uit wat uitgaven zijn en geef voorbeelden.
Kosten
Van invloed op waarde van je bedrijf.

Bepalen of je winst maakt.

Slide 9 - Slide

Leg uit wat uitgaven zijn en geef voorbeelden.
Opbrengsten
Van invloed op waarde van je bedrijf

Bepalen of je winst maakt

Slide 10 - Slide

Leg uit wat uitgaven zijn en geef voorbeelden.
Financieel plan 
Hier komen de volgende vijf begrotingen aan bod:

-Investeringsbegroting;
-Financieringsbegroting;
-Exploitatiebegroting;
-Liquiditeitsbegroting;
-Persoonlijke begroting.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

Link naar website 'ik ga starten'
Investeringsbegroting
Welke investeringen zijn noodzakelijk en wat kosten ze?
Je zet op een rij welke bedrijfsmiddelen je moet aanschaffen voor de start van je onderneming en hoeveel geld je daarvoor nodig hebt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Investeren
Investeringsbegroting: hierop staan alle bedrijfsmiddelen

= middelen die je voor start of uitbreiding van je bedrijf moet aanschaffen

Slide 14 - Slide

Toon een eenvoudige formule om het netto-inkomen te berekenen.
Bedrijfsmiddelen
Gaan langer dan 1 jaar mee= vaste activa
-kosten spreiden over aantal jaren = afschrijven

- Afschrijven: min. termijn 5 jaar (= eis belastingdienst)
Behalve Goodwill 10 jaar, gebouwen 25 jaar-50 jaar
- bedrijfsmiddel afdanken voor einde afschrijvingstermijn, dan verschil afboeken als winst.

Slide 15 - Slide

Toon een eenvoudige formule om het netto-inkomen te berekenen.
Financieringsbegroting
Hoe ga je de investeringen uit de investeringsbegroting betalen?
Dit kan zowel met eigen geld als middels externe financiering. Denk hierbij aan een lening van de bank of zakelijke investeerders. Eigen geld noemen we in de financieringsbegroting ook wel 'eigen vermogen', terwijl externe financiering 'vreemd vermogen' wordt genoemd.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Exploitatiebegroting
Maak een schatting van de verwachte omzet en kosten in een exploitatiebegroting. 

Je stelt hiervoor een driejarenplan op zodat je inzichtelijk maakt wanneer je de investeringen terugverdient.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Liquiditeitsbegroting
De liquiditeitsbegroting van je financieel plan is een periodiek overzicht van de inkomsten en uitgaven.
Hiermee maak je inzichtelijk wat je maandelijks uitgeeft en ontvangt. 
Hiermee leer je steeds beter in te schatten welke maanden of periodes geschikt zijn om investeringen te doen en om een financiële buffer op te bouwen. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke begroting
Bereken hoeveel geld je privé nodig hebt om rond te komen.
 Zo weet je welk bedrag je minimaal moet overhouden om rond te kunnen komen en het voortbestaan van de onderneming niet in gevaar te brengen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Volg je begroting
Houd je inkomsten en uitgaven bij om te controleren 
of je je aan je begroting houdt.

-Post onvoorzien
-Rond bedragen af

Slide 20 - Slide

Leg uit hoe belangrijk het is om je begroting regelmatig te controleren en aan te passen.
Budgetteren
Budgetteren is een manier om je inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen op de korte en de langere termijn.

-Breng situatie en wensen in kaart,
-Krijg inzicht in hoe je evenwicht kunt bereiken, hoe je een financieel doel kunt behalen. 
De begroting staat centraal als middel om tot keuzes te komen.


Slide 21 - Slide

Leg uit wat budgetteren is en waarom het belangrijk is om te sparen.
Wat wordt er met 'begroting' bedoeld?
A
overzicht van de huidige inkomsten en uitgaven
B
overzicht van de huidige opbrengsten en kosten
C
een planning van de toekomstige inkomsten en uitgaven

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een ander woord voor begroting is:

A
budgetplan
B
inkomsten
C
reservering

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In welke begroting kan je de waarde van je gebouw terugvinden?
A
Exploitatiebegroting
B
Investeringsbegroting
C
Financieringsbegroting
D
Liquiditeitsbegroting

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Investeringen waarvan de looptijd langer dan een jaar 1 is noem je..
A
vaste activa
B
vlottende activa
C
liquide middelen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Wat is een voorbeeld van vaste activa?
A
Bedrijfscomputer
B
Voorraad
C
Crediteuren
D
Debiteuren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen vaste activa?
A
Bedrijfspand
B
Bedrijfsauto
C
Voorraad
D
Inventaris

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van een Vaste Activa
A
Zijn bezittingen die langer dan 1 jaar in bezit zijn
B
Zijn bezittingen die korter dan een jaar in bezit zijn
C
Zijn schulden die langer dan 1 jaar in bezit zijn
D
Zijn schulden die korter dan 1 jaar in bezit zijn

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions