Les 22 persoonsvorm tegenwoordige tijd

Kern 2a les 22
 Ik schrijf de persoonsvorm van regelmatige en onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd in de juiste vorm op. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kern 2a les 22
 Ik schrijf de persoonsvorm van regelmatige en onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd in de juiste vorm op. 

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welk werkwoord is juist?
Hij ____________ (beloven) het aan mij.
A
belooft
B
beloofd
C
beloofte
D
beloofde

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin?
Mijn kat heeft gisteren veel gegeten.

A
mijn kat
B
heeft
C
veel
D
gegeten

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin?
Mijn ouders hebben veel geld betaald voor dat huis.

A
mijn ouders
B
hebben
C
betaald
D
voor dat huis

Slide 8 - Quiz

Hoe kan je de persoonsvorm vinden?
Noem 1 manier.

Slide 9 - Open question

Schrijf het werkwoord op:
Mijn zusje ________ (vertellen) een leuk verhaal.

Slide 10 - Open question

Schrijf het werkwoord op:
Mijn zusje _________ (verbranden) elke keer haar vingers.

Slide 11 - Open question

Aan de slag
Maak les 22 in je boek (blz. 91 t/m 94)

Slide 12 - Slide

Het lesdoel 
Ik schrijf de persoonsvorm van regelmatige en onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd in de juiste vorm op.

Slide 13 - Slide