OSP - lesweek 3

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Enes Ayhan en Gyanie Baldew
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Enes Ayhan en Gyanie Baldew

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opening 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  1. Je kunt uitleggen wat eigen regie is
  2. Je kunt begeleidingsdoelen schrijven die passend zijn bij jouw cliënt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
Wat
Hoe lang
Opening van de les
10 minuten
Terugblik op vorige week
10 minuten
Theorie zelfregie
20 minuten
Opdracht zelfregie
15 minuten
Theorie doelen opstellen
15 minuten
Opdracht doelen opstellen
20 minuten
Afronding les
10 minuten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op vorige week
Wat weet jij nog van vorige week? Doe de volgende opdracht uit je hoofd!

  1. Noteer voor jezelf op een blaadje wat jij nog weet van de les van vorige week
  2. Overleg met een klasgenoot: welke punten heeft je klasgenoot opgeschreven? Wat vinden jullie de belangrijkste dingen van de les van vorige week?
  3. Nabespreking in de klas

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk van vorige week
Vorige week hebben wij jullie twee opdrachten gegeven:

  1. Stap 1 van de oefenopdracht
  2. Maak een start met het schrijven van de beginsituatie voor het examen P6-K1-W1

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Theorie eigen regie

Slide 7 - Slide

Klassengesprek
1) Wat verstaan jullie onder eigen regie?
2) voor wie geldt eigen regie?
3) Wanneer kan/mag je in Nederland eigen regie voeren
4) Waarom is eigen regie belangrijk denk je?
Eigen regie
(Bijna) iedereen in Nederland heeft zelfbeschikkingsrecht. Dit betekent dat (bijna) iedereen zijn/haar eigen keuzes mag maken.

In je begeleiding houd je rekening met 5 aspecten:
  1. Een client kan door een eventuele beperking afhankelijk zijn van anderen. Het is dan belangrijk dat je de client dit laat inzien zodat hij hier rekening mee kan houden bij de keuzes die hij kan maken
  2. Positieve benadering: Wat wil de client graag, wat kan hij goed?
  3. Geef inzicht in eigen wensen: wat zou de client willen bereiken?
  4. Laat de client bepalen welke ondersteuning hij nodig heeft en hoe vaak hij deze nodig heeft
  5. Betrek naastbetrokkenen bij de begeleiding zodat de cliënt altijd om hulp kan vragen als dat nodig is

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Eigen regie
Wat doe je als de client zaken wil waar je het niet mee eens bent of die zelfs gevaarlijk zijn voor je client?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Draagkracht - draaglast
Houd altijd rekening met de draagkracht en de draaglast van je client en de naastbetrokkenen

Draagkracht: alles wat iemand aan kan zonder dat er problemen ontstaan

Draaglast: alles dat een last/belasting vormt voor iemand

Als de balans tussen draagkracht en draaglast weg is, dan kan er onder andere stress ontstaan 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Individuele opdracht eigen regie
Je hebt allemaal zaken die van invloed zijn op je draagkracht en je draaglast. We checken even kort of je de twee begrippen uit elkaar kunt halen

Noteer daarom voor jezelf:
  1. 3 zaken die je draagkracht vergroten
  2. 3 zaken die je draaglast vergroten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen
Nadat je een beginsituatie hebt gemaakt van een cliënt, ben je bij stap 3 van de methodische cyclus gekomen.

Je gaat doelen formuleren die je samen met de cliënt gaat proberen te bereiken in je begeleiding.

Er bestaan doelen voor de kortere termijn (ongeveer 4-6 weken) en voor de langere termijn (langer dan 6 weken)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen
Doelen worden vaak SMART opgesteld. Elke letter staat voor een bepaald begrip. Wie kan vertellen voor welke begrippen de letters staan?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: Je moet kunnen meten of een doel bereikt is

Acceptabel: Sluit het doel aan bij de wensen / mogelijkheden van de cliënt en de instelling

Realistisch: Kan het doel bereikt worden?

Tijdgebonden: hoe lang gaat het duren om het doel te bereiken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe stel je SMART-doelen op?
Een aantal tips:
  • Begin er 'gewoon' aan
  • Een doel opstellen is vaak een kwestie van meerdere keren dingen aanpassen
  • Stel een doel op en bedenk vervolgens of het doel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden is
  • Vraag eventueel collega's / klasgenoten om feedback

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht SMART-doelen
Je krijg de keuze uit 3 verschillende opdrachten. Noteer op het bord aan welke opdracht je wil gaan zitten:

  1. Je hebt of kent een beginsituatie van een cliënt. Formuleer minimaal 3 SMART-doelen die passen bij je cliënt. Klaar: vraag en geef feedback aan een medestudent die ook een eigen beginsituatie heeft
  2. Je krijgt een casus van mij waarna je zelf SMART-doelen gaat formuleren. Klaar: vraag en geef feedback op de doelen van een klasgenoot die dezelfde casus heeft gebruikt
  3. Je analyseert op internet verschillende SMART-doelen en legt uit waarom ze wel/niet SMART zijn. Klaar: bespreek je uitkomsten met een klasgenoot

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Wat is blijven hangen van de les van vandaag?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Dit is besproken met Gyanie. Dit wordt vervolgd (maandagen)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie van de les

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dank voor de aandacht!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions