11.4 Herhaling

11.4 Herhaling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

11.4 Herhaling

Slide 1 - Slide

De variant van een eigenschap noemen we een.............
Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allel

Slide 2 - Drag question

46
Fenotype
nieuw genotype
Lichaamscel
            23 chromosomen
Zaadcel

Slide 3 - Drag question

Sleep het aantal chromosomen naar de juiste cellen (rode vakje)
46 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen
  23 chromosomen
23 chromosomen

Slide 4 - Drag question

Chromosomen worden verdubbeld
Chromosomen gaan in paren liggen
1e deling
2e deling
4 geslachtscellen 
46
23
92
46
46
23
23
92
23
14
184
48

Slide 5 - Drag question

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Diploïde cellen
Haploïde cellen
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen
Chromosomen komen in paren voor
Chromosomen komen enkelvoudig voor

Slide 6 - Drag question

23
46
Hoeveel chromosomen bevatten de onderste lichaamscellen afkomstig van een mens?

Slide 7 - Drag question

In de afbeelding is schematisch getekend hoe de vorming van geslachtscellen en de bevruchting bij de mens verlopen. Noteer bij elke cel wat voor cel het is en vul in elke cel het juiste aantal chromosomen in
46
46
46
46
46
46
Lichaamscel
Lichaamscel
Zaadcel
Eicel
Bevruchte eicel
23
23

Slide 8 - Drag question

Sleep de juiste vragen naar de juiste antwoorden
Chromosoom
46
Celkern
Gen
2
timer
3:00
Waar zit het DNA van een cel?
Hoeveel X-chromosomen zitten er in een darmcel van een vrouw?
Hoe noem je een stukje DNA dat codeert voor één eigenschap/eiwit?
Hoe heet een los sliertje DNA waarop meerdere genen staan?
Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel?

Slide 9 - Drag question

genotype
Fenotype
XY chromosomen
kan niet veranderen!
is erfelijk
kan tijdens het leven veranderen
is niet overerfbaar
een litteken
Is niet altijd zichtbaar

Slide 10 - Drag question

Je ziet enkele stappen uit de mitose. Zet deze stappen in de juiste volgorde
1
5
4
3
2
6
De chromosomen worden uit elkaar getrokken
De cel groeit uit tot het oorspronkelijke formaat
Chromosomen worden zichtbaar
De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen
Er ontstaan 2 cellen
Chromosomen worden gerepliceerd

Slide 11 - Drag question

Een hond heeft 39 chromosomen in zijn geslachtscellen. Hoeveel chromosomen  heeft de Hond in zijn lichaamscellen? Sleep het juiste antwoord. 
39
19
19,5
78

Slide 12 - Drag question

Klein:
Groot:
Cel
Chromosoom
Compleet Genotype
Gen

Slide 13 - Drag question

Een variant op een gen noem je een allel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Deze karyogram is
van een...
A
Man
B
Vrouw

Slide 15 - Quiz

Bij welk prenataal onderzoek worden de chromosomen van de embryo onderzocht?
A
vruchtwaterpunctie
B
vlokkentest
C
allebei
D
allebei niet

Slide 16 - Quiz

Welke vorm van prenataal onderzoek wordt hier afgebeeld?
A
De echo
B
NIP-test
C
Vruchtwaterpunctie
D
Vlokkentest

Slide 17 - Quiz

Wanneer laten mensen een prenataal onderzoek uitvoeren?
A
Voor de bevruchting
B
Tijdens de zwangerschap
C
na de geboorte

Slide 18 - Quiz

Wat onderzoeken artsen bij prenataal onderzoek?
A
Cellen van de moeder
B
Cellen van het kindje
C
Chromosomen van de moeder
D
Chromosomen van de embryo

Slide 19 - Quiz

Bij welke vorm(en) van prenataal onderzoek is er geen gevaar voor de baby?
A
De echo
B
Vlokkentest
C
vruchtwaterpunctie
D
NIP-test

Slide 20 - Quiz

Karen en Richard vragen aan de dokter of met prenataal onderzoek vastgesteld kan worden of hun tweede kind het syndroom van Carpenter heeft. De dokter stelt een onderzoek voor waarbij afwijkingen aan de schedel van de ongeboren baby te zien zijn. Welk onderzoek stelt de dokter voor?
A
echoscopie
B
vlokkentest
C
vruchtwaterpunctie

Slide 21 - Quiz

Huiswerk voor de volgende les
  • Doelen en deelvragen paragraaf 12.1 af.

Let op: lever je huiswerk op tijd in via de opdracht in teams!

Slide 22 - Slide