2a - c6 - source D

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les buts d'aujourd'hui

• Reprise: l'adjectif démonstratif 
• La prononciation du français
• Source D: il s'agit de quoi?
• Faire un texte, enregister à Showbie

Adjectif démonstratif

Je voudrais .... tomate.

On prend ..... légumes.

Il est bon, ...... oignon?

Je vous conseille .... marché.

J'espère que .... oeuf a un bon goût.

- Werkwoorden                                         - Neusklanken
- Woorden op een e                                 - et / est
- Woorden op een s/x                              - liaison = verbinden

Exercice

1. Bekijk de zinnen van bron D via de naslag.
   
2. Maak zelf nieuwe zinnen. Schrijf of sla ze op, je kunt ze later nog gebruiken!
   - Vertel wie je bent en hoe oud je bent.
   - Vertel of je koken leuk vindt.
   - Vraag: 'Ken je (gerecht) ?'
   - Vertel wat dit voor soort gerecht is, en vertel wat erin zit (...., avec ..... [ingrediënten]). Gebruik voca A+B!
   - Vertel of je het gerecht lekker vindt, en leg uit waarom.
   - Voeg eventueel nog een of twee zelfbedachte zinnen toe over het gerecht
3. Analyseer je zinnen op het gebied van uitspraak. Gebruik de regels hierboven:
   - Kijk goed naar de werkwoorden en de laatste letters van woorden en lettergrepen.
   - Zoek de plekken op waar woorden die op een medeklinker eindigen moeten worden verbonden aan een volgend woord dat met een klinker begint. 
   - Schrijf bij deze woorden hoe je ze uitspreekt. 
4. Spreek je tekstje in via Showbie. Ik beluister ze en noteer de namen van de leerlingen die het nog niet voldoende gedaan hebben. Deze doen het volgende week nog eens, zodat iedereen het straks goed kan! 
   

Les buts d'aujourd'hui

• Reprise: l'adjectif démonstratif 
• La prononciation du français
• Source D: il s'agit de quoi?
• Faire un texte, enregister à Showbie

Exercice

1. Bekijk de zinnen van bron D via de naslag.
   
2. Maak zelf nieuwe zinnen. Schrijf of sla ze op, je kunt ze later nog gebruiken!
   - Vertel wie je bent en hoe oud je bent.
   - Vertel of je koken leuk vindt.
   - Vraag: 'Ken je (gerecht) ?'
   - Vertel wat dit voor soort gerecht is, en vertel wat erin zit (...., avec ..... [ingrediënten]). Gebruik voca A+B!
   - Vertel of je het gerecht lekker vindt, en leg uit waarom.
   - Voeg eventueel nog een of twee zelfbedachte zinnen toe over het gerecht
3. Analyseer je zinnen op het gebied van uitspraak. Gebruik de regels hierboven:
   - Kijk goed naar de werkwoorden en de laatste letters van woorden en lettergrepen.
   - Zoek de plekken op waar woorden die op een medeklinker eindigen moeten worden verbonden aan een volgend woord dat met een klinker begint. 
   - Schrijf bij deze woorden hoe je ze uitspreekt. 
4. Spreek je tekstje in via Showbie. Ik beluister ze en noteer de namen van de leerlingen die het nog niet voldoende gedaan hebben. Deze doen het volgende week nog eens, zodat iedereen het straks goed kan!