This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Les buts d'aujourd'hui
Reprise: les verbes (faire)
La prononciation du français
Source D: il s'agit de quoi?
Faire un texte, enregister à Showbie
Slide 1 - Slide
Les verbes (faire)
Slide 2 - Slide
Jullie voetballen.
Slide 3 - Open question
Mijn vrienden houden van tennis.
Slide 4 - Open question
Wij zijn voetballers.
Slide 5 - Open question
Jij hebt een fiets.
Slide 6 - Open question
Ik ga zwemmen.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
- Werkwoorden - Neusklanken - Woorden op een e - et / est - Woorden op een s/x - liaison = verbinden
Slide 9 - Slide
Exercice
Bekijk de zinnen van bron D via de naslag.
Maak zelf nieuwe zinnen. Schrijf of sla ze op, je kunt ze later nog gebruiken! - Vertel wie je bent en hoe oud je bent. - Vertel welke sport je doet. Doe je geen sport, vertel dan welke activiteit je dan doet. Zoek eventueel de vertaling op. Gebruik ‘faire’! Lukt het niet, kom dan in de hangout en stel je vraag. - Vertel hoe vaak je de sport doet (per week). - Maak deze zin af: C’est mon sport préféré, parce que …. En vertel op die manier waarom je de sport zo leuk vindt. - Voeg eventueel nog een of twee leuke zelfbedachte zinnen toe over wat je lekker vindt.
Analyseer je zinnen op het gebied van uitspraak. Gebruik de regels hierboven: - Kijk goed naar de werkwoorden en de laatste letters van woorden en lettergrepen. - Zoek de plekken op waar woorden die op een medeklinker eindigen moeten worden verbonden aan een volgend woord dat met een klinker begint. - Schrijf bij deze woorden hoe je ze uitspreekt.
Spreek je tekstje in via Showbie. Ik beluister ze en noteer de namen van de leerlingen die het nog niet voldoende gedaan hebben. Deze doen het volgende week nog eens, zodat iedereen het straks goed kan!
Slide 10 - Slide
Les buts d'aujourd'hui
Reprise: les verbes (faire)
La prononciation du français
Source D: il s'agit de quoi?
Faire un texte, enregister à Showbie
Slide 11 - Slide
Exercice
Bekijk de zinnen van bron D via de naslag.
Maak zelf nieuwe zinnen. Schrijf of sla ze op, je kunt ze later nog gebruiken! - Vertel wie je bent en hoe oud je bent. - Vertel welke sport je doet. Doe je geen sport, vertel dan welke activiteit je dan doet. Zoek eventueel de vertaling op. Gebruik ‘faire’! Lukt het niet, kom dan in de hangout en stel je vraag. - Vertel hoe vaak je de sport doet (per week). - Maak deze zin af: C’est mon sport préféré, parce que …. En vertel op die manier waarom je de sport zo leuk vindt. - Voeg eventueel nog een of twee leuke zelfbedachte zinnen toe over wat je lekker vindt.
Analyseer je zinnen op het gebied van uitspraak. Gebruik de regels hierboven: - Kijk goed naar de werkwoorden en de laatste letters van woorden en lettergrepen. - Zoek de plekken op waar woorden die op een medeklinker eindigen moeten worden verbonden aan een volgend woord dat met een klinker begint. - Schrijf bij deze woorden hoe je ze uitspreekt.
Spreek je tekstje in via Showbie. Ik beluister ze en noteer de namen van de leerlingen die het nog niet voldoende gedaan hebben. Deze doen het volgende week nog eens, zodat iedereen het straks goed kan!