Het leven in een Griekse stadstaat - H2 par 2

Het leven in een Griekse stadstaat
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Het leven in een Griekse stadstaat

Slide 1 - Slide

Inhoud 
LessonUp-klas
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Slide

LessonUp-klas
Ga naar de site.
Vul onderstaande code in:

Je kan nu alle lessen terugvinden op ieder moment. 
Misschien moet je 1x inloggen.

Slide 3 - Slide

Polis
Rond 750 v.C. ontstonden stadstaten in Griekenland. Een stadstaat is een stad met omringend land. Dit wordt een polis genoemd. (Mv: Poleis). 
De poleis waren van elkaar gescheiden door bergen en water. Er waren ongeveer 700 poleis, gemiddeld met 1000 inwoners. Athene en Sparta waren het grootste.

Slide 4 - Slide

Grieken
Iedere polis koos een eigen bestuur en eigen regels. De bevolking was verbonden aan hun polis, maar hadden allen dezelfde afstamming. Alle Grieken spraken dezelfde taal, hadden dezelfde goden en hadden dezelfde bouwstijl. 

Slide 5 - Slide

Dagelijks leven
Vruchtbare grond had Griekenland weinig. Toch leefden vele Grieken van de landbouw. Ze verbouwden vooral graan, druiven en olijven. Er werd handel gedreven om ervoor te zorgen dat iedereen genoeg eten had. Werken in de handel of op het land, waren taken voor mannen. Hij zorgde voor het inkomen en was het hoofd van het gezin. Hij koos wie zijn dochters trouwden en kon zonen onterven. 

Slide 6 - Slide

Opvoeding
Alleen jongens gingen naar school. Zij leerden rekenen, schrijven en lezen. Sport was ook heel belangrijk in de opvoeding. Jongens uit rijke families kregen beter en langer onderwijs, dan jongens uit arme families. 
In rijke families was de vrouw het hoofd van de huishouding. Ze hield toezicht op de huisslaven en het geld. Dochters werden opgevoed om goede echtgenotes te worden. Meisjes mochten vanaf 14 jaar trouwen.

Slide 7 - Slide

Sparta
In de 8e eeuw v.C. had Sparta hun buurland Messenië veroverd. De bewoners waren bezig geworden van Sparta. Ze werden heloten genoemd. Ze mochten op hun eigen land blijven werken. 

Een probleem was dat er veel meer Messeniërs waren dan Spartanen. 
Om de baas te blijven werd alles in Sparta ingezet op het voeren van oorlog. 

Slide 8 - Slide

Jongens en meisjes
Jongens van 7 jaar gingen in militaire training. Hier werd ze geleerd om pijn, honger, dorst, kou en slaapgebrek te verdragen. Op hun 30e waren ze klaar met hun dienstplicht. Ze kregen dan een stuk land, met slaven om erop te werken. 
Spartaanse meisjes werden opgevoed door hun moeder. Tussen 18 en 20 trouwden ze. In het huishouden werkten heloten.

Slide 9 - Slide

Ongelijkheid
In Griekenland hadden mensen verschillende rechten. Er was ongelijkheid tussen vrije mensen en slaven. Slavernij was heel normaal. Je was eigendom en had geen rechten. Je was een slaaf als je ouders dit waren, of je was krijgsgevangenen gemaakt. 

Er waren ook verschillen tussen vrije mensen. In veel poleis hadden alleen rijke vrije mannen, met een wapenuitrusting, burgerrecht. Zij mochten meebeslissen in de politiek. Arme vrije mannen, vreemdelingen en vrouwen mochten niet mee beslissen. 

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 1 t/m 12 van hoofdstuk 2, paragraaf 2

Blz. 24/25 van je werkboek

Slide 11 - Slide