Leven in een Griekse stadsstaat

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

De Grieken

De Grieken

Stadsstaat, bestaat uit een stad en is omringt door land.

Griekenland telde 700 poleis met gemiddeld 1000 inwoners per polis.

De mensen in een polis voelden zich nauw met elkaar verbonden. Vaak voelden ze zich meer een inwoner van de polis dan een Griek.

Vruchtbare grond was schaars in Griekenland. Alleen bergdalen en plaatsen langs de kust waren geschikt. Hier verbouwden ze vooral graan, druiven en olijven.

De Grieken handelden veel en waren goede scheepsbouwers. Ze verkochten aardewerk, wijn en olijfolie zodat ze graan konden kopen.

De man werkte op het land en dreef handel. Hij was het hoofd van het gezin. Hij zorgde voor inkomen en bepaalde met wie zijn dochters moesten trouwen en kon zijn zoon onterven.

In rijke families stond de vrouw aan het hoofd van de huishouding. Ze hield toezicht op de huisslaven en beheerden het geld.

Alleen jongens kregen onderwijs. Ze leerden rekenen, schrijven en lezen. Sport was ook belangrijk. Hoe rijker je was, hoe langer je onderwijs kreeg.

Meisjes werden door hun moeder opgevoed en mochten vanaf hun 14e trouwen.

Akropolis: 'Hoge stad' Hier stonden ook de belangrijkste tempels.

Agora: Hier werd handel gedreven en werden de laatste roddels uitgewisseld. De naam Agora betekend 'verzamelplaats'.

De polis Sparta

Het dagelijks leven in Sparta

Verovering Messenië door Spartanen in de 8e eeuw.

Heloten mochten op hun land blijven werken.

Militaire samenleving van Sparta. 1 Spartaan op 10 a 12 heloten.

De Spartaanse man

• Geboorte - test
• 0-7 jaar - thuis
• 7-11 jaar - opvoeding 1
• 12-20 jaar - opvoeding 2
• 20-30 jaar - Test
• 30-60 jaar - Opleiden nieuwe Spartanen, huwelijk, werk.

De Spartaanse vrouw

• Geboorte - test
• Jeugd - school, opleiding
• Huwelijk - taken, zelfstandigheid. Geen huishouden!

Griekenland-->veel ongelijkheid tussen vrije mensen en slaven.

Slavernij was heel normaal. 

- geen rechten

- iemands eigendom

-  in mijnen, het huishouden of als leraar.

Tussen vrije mensen--> veel ongelijkheid. 

- Alleen de rijke mannen (land en wapenuitrusting) -->  burgerrecht.

- meebeslissen in de politiek (komt van Polis)

En in Sparta? Spartanen niet meer op land werken

Alleen Spartanen die hun training hadden volbracht-->burgerrecht.

Wat bedoelen ze met 'hoge stad?'

1. Akropolis
2. Polis
3. Agora
4. Athene

Wat is de meervoud van Polis?

1. Polis
2. Polissen
3. Poleis
4. Poleizen

Welke stelling is waar?

1. In Griekenland was veel vruchtbare gond
2. In Griekenland was vooral vruchtbare grond bij water en bergketens
3. In Griekenland was veel handel en veel vruchtbare grond
4. In Griekenland was geen handel en weinig vruchtbare grond.

Hoe noemden de Spartanen de inwoners van Messenië?

1. Spartanen
2. Slaven
3. Messeniërs
4. Heloten

Hoe oud was een Spartaanse jongen als zijn opleiding begon?

1. Vanaf zijn geboorte met een test
2. 7 jaar
3. 12 jaar
4. 30 jaar

Wat moest een man hebben om burgerrecht te krijgen?

1. Geld
2. Grond
3. Geld en wapenuitrusting
4. Heel veel slaven

Noem drie dingen die je geleerd hebt deze les:

Waar wil je nog meer uitleg over?