This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
schooltv.nl
Slide 3 - Link
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat was een probleem tussen de Hanzesteden?
A
De reistijd
B
Verschillende talen
C
Verschillende betaalmiddelen
D
Importheffingen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Stadsrechten voor de
inwoners
Slide 10 - Slide
Welke stadsrechten waren er op de afbeeldingen te zien?
Slide 11 - Open question
Stadsrecht
- Muren bouwen
- Markten organiseren
- Eigen bestuur en rechtspraak
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Schepenen
Schouten
bestuurslid en spraken recht
hoofd van de politie en justitie
Slide 14 - Drag question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Noem 1 voordeel en 1 nadeel van het wonen in een stad in de ME.
Slide 17 - Open question
Zoek een kort feitje op
over de pest of de Zwarte Dood.
timer
2:00
Slide 18 - Slide
De pest of de Zwarte Dood:
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
www.npostart.nl
Slide 28 - Link
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Waarom is het niet erg om in het klooster te zitten?
A
In het klooster leer je lezen en schrijven
B
In het klooster is het leven aangenaam en luxe
C
In het klooster kan iedereen een carrière beginnen
D
In het klooster kan je met je hele gezin prettig leven.
Slide 33 - Quiz
Welke godsdienst is ouder?
A
Christendom
B
Islam
Slide 34 - Quiz
Hier staan landen van Europa. Horen ze wel of niet bij het rijk van Karel de Grote?
Sleep ze naar de juiste plek.
Nederland
België
Frankrijk
Italië
Duitsland
Engeland
Niet
Wel
Slide 35 - Drag question
Waarom wordt Karel de Grote vader van Europa genoemd?
A
Hij wilde een culturele een economische eenheid maken van Duitsland, Frankrijk en de Nederlanden.
B
Hij wilde de euro invoeren
C
Hij wilde Duitsland en Frankrijk de naam Europa geven
D
Hij wilde geen grenscontroles meer.
Slide 36 - Quiz
Welke invloed van Karel de Grote merken we nog dagelijks?
A
Hij bepaalde de huidige landgrenzen.
B
Hij stelde de dienstplicht in
C
Hij stelde het huidige alfabet in.
D
Hij voerde het stelsel van achternamen in.
Slide 37 - Quiz
Wat is een goed voorbeeld van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.
Slide 38 - Quiz
Wie probeerden in het tijdvak van
'Monniken & Ridders' heidenen tot
christenen te bekeren?
A
Missionarissen
B
Leenheren
C
Horigen
D
profeten
Slide 39 - Quiz
Op onderstaande afbeelding staat een logo van een winkel. Er wordt verwezen naar een organisatie. Wanneer is de organisatie opgericht?
A
rond 600
B
rond 1200
C
rond 1600
D
rond 1900
Slide 40 - Quiz
De schout had in de Middeleeuwse stad een belangrijke functie. Wat behoorde vooral tot zijn taak? De schout moest ervoor zorgen …
A
dat de ambachtslieden redelijke prijzen kregen voor hun producten; niet te weinig maar ook niet te veel.
B
dat de dijken en dammen rond de stad goed onderhouden werden met het oog op overstromingen.
C
dat er voldoende voedsel was in de stad zodat niemand honger hoefde te lijden.
D
dat vechtersbazen en misdadigers werden opgepakt en berecht.
Slide 41 - Quiz
Wat was de belangrijkste reden dat men aan het einde van de middeleeuwen met schepen de wereld verder gingen ontdekken?
A
Men wilde een nieuwe route naar Indië vinden
B
Men was nieuwsgierig hoe de wereld er verder uit zag
C
Men wilde het christelijk geloof verspreiden
D
Men wilde nieuwe vakantie bestemmingen ontdekken
Slide 42 - Quiz
In de middeleeuwen werden er meerdere kruistochten georganiseerd naar het Midden-Oosten. Het doel was de plaatsen te veroveren waar veel christelijke pelgrims naartoe gingen. Rond welke tijd werd de eerste kruistocht georganiseerd?
A
rond 500
B
rond 800
C
rond 1100
D
rond 1600
Slide 43 - Quiz
In 1096 werd voor de eerste keer opgeroepen om op kruistocht te gaan. Duizenden Europeanen gingen toen mee. Welke stad was het einddoel van deze kruistocht?