2A recap unit 2

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

hoe maak je de past simple?
(Ik liep buiten)

unit 2 grammar

past simple, hoe werkte het ook al weer? 

hoe zeg je dan dat je juist niet buiten liep....

en maakte je het ook al weer vragend, dus: Liep hij buiten?

en: Wij zagen een kat.

Kochten zij een nieuwe auto?

Jullie hoorden geen geluiden.

We ..... a new car.

1. buyed
2. bought

We ... a very difficult test.

1. made
2. maked

He ...... a new home for his kitten.

1. don't found
2. didn't find
3. don't found
4. didn't find

Everyone .... a letter.

1. wroted
2. wrote
3. writed

He .... there all night.

1. weren't
2. wasn't

We ... to be on time

1. hurryed
2. hurried
3. hurryd

.... she .... a match yesterday?

1. Does ... played
2. Did .. played
3. did .. play

bezit - hoe zeg je dat ook al weer? Peter zijn auto??
Mijn ouders auto...

Jenny ... sister plays with dolls.

1. Jennys
2. Jenny's
3. Jennies

The .... room is upstairs.

1. boys's
2. boys
3. boys'

James ... hobby is rock climbing.

1. James's
2. James'
3. Jame's

comparisons = vergelijkingen maken,
I'm strong, you're....

Ik ben belangrijker: in het Engels

duur - duurder - duurst

Hij is het grappigst - in het Engels

slecht -slechter- slechts

dus de regel is:
1. bij korte woorden
2. bij lange woorden

tot slot

zijn er nog vragen over de toets ? 

- past simple (=verleden tijd)

- possesive (=iemand bezit iets)

- comparison (=trappen van vergelijking)

- abbreviations (=afkortingen - ASAP, OMW etc)

- irregular verbs (=onregelmatige ww)

Reminder: 

test unit 2 Tuesday 23-11 

and writing part Thursday 25-11