vr 3 april 2020

Freitag, der dritte April 2020
Ziel(doel):  Ik ken de wisselvoorzetsels in het Duits en weet welke naamval erbij hoort.

  • Je gaat werken aan Lektion 1 van Kapitel 4
  • Ik leg grammatica uit in Teams: Kies een groep uit:
          1= Ik werk zelfstandig aan grammatica
         2= Ik luister naar de uitleg en ga daarna zelf aan de slag
         3= Ik wil uitleg en wat extra oefenen met een groepje

  • zie volgende sheet voor vervolg van de les
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Freitag, der dritte April 2020
Ziel(doel):  Ik ken de wisselvoorzetsels in het Duits en weet welke naamval erbij hoort.

  • Je gaat werken aan Lektion 1 van Kapitel 4
  • Ik leg grammatica uit in Teams: Kies een groep uit:
          1= Ik werk zelfstandig aan grammatica
         2= Ik luister naar de uitleg en ga daarna zelf aan de slag
         3= Ik wil uitleg en wat extra oefenen met een groepje

  • zie volgende sheet voor vervolg van de les

Slide 1 - Slide

Freitag, der dritte April 2020
Ziel(doel):  Ik ken de wisselvoorzetsels in het Duits en weet welke naamval erbij hoort


  • beantwoord de vragen de laatste 3 sheets en stuur deze met een schermafbeelding naar mij in Teams
  • Je maakt de proeftoets. Deze zet ik voor jullie klaar in Teams

Slide 2 - Slide

waar gaat dit Kapitel
(hoofdstuk)  over? 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Grammaticaoverzicht van 
Kapitel 4

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Grammaticafilmpjes en uitleg bij
Kapitel 4

Slide 9 - Slide

Stappenplan naamvallen
1. Check voorzetsels en werkwoorden en bepaal de naamval
2. bepaal het geslacht van het woord achter de vz/ ww
3. ga de zin verder ontleden als er geen voorzetsel in staat
gebruik hiervoor bijv. HIJ/HEM/AAN HEM
4.  bepaal het geslacht van het woord
5. Kijk in het schema voor de uitgang (let goed op of het woord, dat je moet invullen bij de DER-groep of ein-groep hoort) 

Slide 10 - Slide

Stappenplan Wechselpräpositionen

1. Bepaal of het voorzetsel een KAST-woord is: 
      in, an, auf, hinter, über, zwischen, vor, neben

2. Vraag:      Is er al = 3e     of moet er nog komen = 4e
dezelfde situatie= 3e     of      veranderde situatie = 4e

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Grammaticaoverzicht + filmpjes van/bij Kapitel 3 komen hierna
algemene tips

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

0

Slide 18 - Video

0

Slide 19 - Video

0

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

0

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

vragen , die je beantwoord en aan mij stuurt via een schermafbeelding

Slide 24 - Slide

Wat is het beste blijven hangen van Kapitel 3

Slide 25 - Open question

Wat zou je nog willen weten over Kapitel 3

Slide 26 - Open question

Wat heb je geleerd van Lektion 1. Leg je antwoord ook uit

Slide 27 - Open question