Herhalingsweek toetsvragen maken

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Lesdoelen 

Het herkennen van belangrijke onderdelen van de toets door het maken van toetsvragen

Samenwerken in een groep 

Nodig

Groepjes van 3 of 4 

Het boek Kern Nederlands

Pen & Papier 

 PTO-3 M2b

Leesvaardigheid: 

1, 2, 3 (herhalen) 

15, 16, 17 (herhalen)

 29, 30, 31 => nieuw! 

43, 44, 45 => nieuw! 

Grammatica: 

5, 6

 PTO-3 M2a

Leesvaardigheid: 

1, 2, 3 (herhalen) 

15, 16, 17 (herhalen)

 29, 30, 31 => nieuw! 

43, 44, 45 => nieuw! 

Grammatica: 

5, 6 (taalkundig) + 19 (redekundig)  

Werkwoordspelling: 25 

Wat gaan we doen?

Iedere groep krijgt paar hoofdstukken

JE MAAKT VOOR DIE HOOFDSTUKKEN 3 TOETSVRAGEN per hst (dus 9 in totaal)

(mag open , meerkeuze, goed/fout of sleepvraag zijn)

Als je per hst 3 vragen hebt (incl. antwoorden) kom je naar mij

Ik zet in deze Lessonup 

Verdeling Hst M2B

Team 1:  1 + 2 + 5

Team 2: 3+ 15  + 6 

 Team 3: 16 + 17 + 5

Team 4: 29 + 30 + 6

Team 5: 31 + 43 + 5

Team 6:  44 + 45 + 6

Team 7: 43 + 44 +45

Verdeling Hst M2A

Team 1:  1 + 2 + 5

Team 2: 3 + 15  + 6 

 Team 3: 16 + 17 + 19

Team 4: 29 + 30 + 25

Team 5: 31 + 43 + 5

Team 6:  44 + 45 + 6

Team 7: 43+ 19 + 25

Team 8: 43 + 44 + 45  

Welk soort telwoord is ' laatste' in deze zin: Hij is de laatste man vandaag

1. Bepaald hoofdtelwoord
2. Bepaald rangtelwoord
3. Onbepaald hoofdtelwoord
4. Onbepaald rangtelwoord

Hoe herken je bijwoord?

Wat is de context van een woord?

Wat is figuurlijk taalgebruik?

1. Dan zeg je iets letterlijk
2. Dan zeg je iets bij wijze van spreken
3. Dan geef je een definitie
4. Dan geef je uitleg

Wat is een kenmerk van hoofdzaken?

1. Die kun je weglaten
2. Die staan alleen in de inleiding
3. Zijn nodig om een tekst te begrijpen
4. Staan altijd aan het einde van een alinea

Hoe lees je een tekst als je globaal leest

1. Dan lees je alles door
2. Dan lees titel, tussenkopjes, eerste en laatste alinea
3. Dan zorg je dat je alle onderdelen van de tekst onthoudt
4. Je bedenkt of de tekst waar kan zijn of niet

Geef aan welke woordsoort ' zilveren' is in deze zin:
Ik gaf mijn vriendin een zilveren ketting

1. Zelfstandig naamwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Bezittelijk voornaamwoord
4. Werkwoord

Geef aan welke woordsoort 'mijn' is in deze zin:
Ik gaf mijn vriendin een zilveren ketting

1. Zelfstandig naamwoord
2. Persoonlijk voornaamwoord
3. Bezittelijk voornaamwoord
4. Aanwijzend voornaamwoord

Welke woordsoort is 'zilver' in deze zin?
Wat zou je liever willen krijgen, zilver of goud?

1. Zelfstandig naamwoord
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Werkwoord
4. Bijwoord

Wat zijn signaalwoorden?

1. Zegt waar het onderwerp van de tekst over gaat
2. Een woord waarmee een verband tussen alinea's wordt aangegeven
3. Op, onder, boven, naar etc.

Welk van deze opties geeft verschillende soorten verbanden aan?

1. Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord
2. Inperking, omschrijving, vergelijking
3. Onderwerp, persoonsvorm , werkwoordelijk gezegd

Wat voor soort voornaamwoorden zijn er?

Welk functiewoord staat er vaak in een slot van een tekst?

1. Anekdote
2. Aanleiding
3. Kortom
4. Constatering

Wat is de meest logische opbouw van een tekst

1. Inleiding-kern-slot
2. Uitleg-inleiding- slot
3. Inleiding- samenvatting- slot
4. Kern - uitleg - slot

Hoe herken je een alinea?

1. Doordat een alinea begint met een hoofdletter
2. Een alinea heeft altijd een (tussen)kop
3. Zinnen die bij elkaar horen staan bij elkaar

Welk van de volgende woorden is een telwoord?

1. Meerdere
2. Mijn
3. Mooi
4. Maken

Wat is een veelvoorkomende tekststructuur

1. vraag- uitleg-voorbeeld
2. inleiding-kern-slot
3. titel-tussenkopjes-slot
4. eerste zin globaal lezen

Wat is verschil tussen functiewoord en verbindingswoord (ook wel signaalwoord)?

Wat zijn synoniemen? Of wat doet een synoniem?

1. Zelfde woord, maar betekent iets anders
2. Als je niet het letterlijke woord gebruikt maar 'bij wijze van spreken'
3. Een ander woord met zelfde of soortgelijke betekenis
4. Het tegenovergestelde van een woord

Hoe herken je een metafoor?

1. Je gebruikt alleen een beeld: het is figuurlijk taalgebruik
2. Tegenovergestelde van wat je zegt
3. Als je van twee woorden 1 woord maakt
4. Als je iets letterlijk beschrijft

Hoeveel voorzetsels zitten er in deze zin?
Mo lag ziek op bed met een zak chips in zijn hand en een kussen onder zijn hoofd

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Waar kun je vaak de hoofdzaken vinden in een tekst

1. Aan het einde van een alinea
2. Aan het einde van de tekst
3. In de titel
4. In de inleiding en aan het einde van de tekst

Welk soort telwoord zit in deze zin?
Shehroz zat in het tweede team.

1. bepaald hoofdtelwoord
2. onbepaald hoofdtelwoord
3. bepaald rangtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

Wat is een voorbeeld van een bijwoord van frequentie?

1. Hoe?
2. Waarom?
3. Daar
4. Soms

Wat doet het signaalwoord
'opsomming' ?

1. Verschillende dingen die bij elkaar horen
2. Een tegenstelling geven
3. volgorde aangeven
4. tegenovergestelde aan geven

Wat is het verschil tussen een amuserende tekst en beschouwend?

Wat is een ander woord voor signaalwoord?

1. functiewoord
2. voorzetsel
3. verbindingswoord
4. voegwoord