Toetsweek werkwoordspelling: les 1

Nederlands
vwo 1
Herhaling:werkwoordspelling
P3 2019-2020
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
vwo 1
Herhaling:werkwoordspelling
P3 2019-2020

Slide 1 - Slide

Vandaag ga je...
...de regels van werkwoordspelling herhalen.

Slide 2 - Slide

Werkwoordspelling
  • De afgelopen lessen heb je geoefend met begrijpend lezen.
  • Vandaag gaan we even wat anders doen: werkwoordspelling

Slide 3 - Slide

Eerst een paar algemene vragen over werkwoordspelling..




Eerst een paar algemene vragen over werkwoordspelling..

Slide 4 - Slide

Juist of onjuist?
De stam van een werkwoord is altijd hetzelfde als de ik-vorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Noem 2 werkwoorden waarbij de stam hetzelfde is als de ik-vorm

Slide 6 - Open question

Noem 2 werkwoorden waarbij de stam NIET hetzelfde is als de ik-vorm

Slide 7 - Open question

Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?

Slide 8 - Open question

Leg uit hoe 'T eX-KoFSCHiP werkt bij werkwoordspelling

Slide 9 - Open question

Wanneer is het verschil tussen de stam en de ik-vorm belangrijk?
Geef een voorbeeld.

Slide 10 - Open question

Aan de slag!
Schrijf het onderwerp en de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op. Schriijf ze op in dezelfde volgorde als in de zin.
Pas dit toe op de zinnen van slide 12 t/m 21

Slide 11 - Slide

1 De grote hond ... (bijten) graag in de pantoffels van zijn baasje.

Slide 12 - Open question

2 De klantenservice ... (beantwoorden) je mail zo snel mogelijk.

Slide 13 - Open question

3 ... (Bezorgen) dat bedrijf altijd de volgende dag al?

Slide 14 - Open question

4 Het liefst ... (reizen) ik alleen in de ochtendspits.

Slide 15 - Open question

5 Hoe ...(bereiden)je een varkenshaas?

Slide 16 - Open question

6 De brugklassers ... (ontleden) de zinnen zonder problemen.

Slide 17 - Open question

7 Komende zondag ... (begraven) de familie hun oude vader.

Slide 18 - Open question

8 Onze coach ... (trainen) het team op woensdagavond extra hard.

Slide 19 - Open question

9. De docenten ... (wijzen) de leerlingen op boeken die ze misschien leuk zullen vinden.

Slide 20 - Open question

10 De kat van de buren ... (roven) de eieren uit het vogelnestje.

Slide 21 - Open question

persoonsvorm verleden tijd
maak slide 23 t/m 27
Kijk goed naar het onderwerp is deze meervoud of enkelvoud.

Slide 22 - Slide

1 Julian ... (branden) zijn vingers aan de strijkbout.

Slide 23 - Open question

2 De timmerman ... (dichten) het gat dat de boze jongen in de deur had getrapt.

Slide 24 - Open question

3 De schipbreukelingen ... (overleven) dagenlang op niks anders dan regenwater.

Slide 25 - Open question

4 Vroeger ... (downloaden) ik tv-series, maar tegenwoordig stream ik ze direct.

Slide 26 - Open question

5. Tijdens de Tour de France ... (zoeven) de wielrenners vlak langs onze auto.

Slide 27 - Open question

Voltooid deelwoord
Maak slide 29 t/m 33

Slide 28 - Slide

Hoewel de leeuw ... (temmen) is, kan hij nog steeds gevaarlijk zijn.

Slide 29 - Open question

De muggenbult op mijn rug heeft wel twee dagen .. . (jeuken ).

Slide 30 - Open question

Marco heeft meteen ... (douchen) nadat hij in het water was gevallen.

Slide 31 - Open question

Tijdens de nachtelijke treinreis zag ik mijn
gezicht ... (weerspiegelen) in de ruiten.

Slide 32 - Open question

Momenteel is Tess alleen nog maar ... (focussen) op het overleven van de toetsweek.

Slide 33 - Open question

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Maak slide 35 t/m 39

Slide 34 - Slide

de ... (chroom) deurklink

Slide 35 - Open question

het ... (landen)vliegtuig

Slide 36 - Open question

de ... (begroeten)klanten

Slide 37 - Open question

de ...(promoten)actie

Slide 38 - Open question

de ... (resetten)computer

Slide 39 - Open question

Wat vind je nog lastig aan werkwoordspelling?

Slide 40 - Open question