This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Domein E Verandering
E1: Veranderingsprocessen rationalisering, individualisering en institutionalisering
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 19
Aan het einde van 19 kan beschrijven hoe rationalisering, individualisering en
institutionalisering worden beschouwd als typerend voor de ontwikkeling van
westerse samenlevingen van traditioneel naar modern.
(19.1 t/m 19.3)
Slide 2 - Slide
19.1 Rationalisering
Slide 3 - Slide
Rationalisering
“het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en van het doelgericht inzetten van middelen ten einde zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken”.
Slide 4 - Slide
Bedenk zelf een voorbeeld van rationalisering
Slide 5 - Slide
Voorbeelden van rationalisering
gg
Het proces van ordenen en systematiseren en van het doelgericht inzetten van middelen om efficiënte en effectieve resultaten te bereiken
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Weber: Rationalisering
Rationalisering is een lange termijn veranderingsproces
(ongeveer gestart in de zeventiende eeuw) kenmerkend voor de maatschappij als geheel.
Volgens Weber waren de opkomst van het kapitalistische systeem maar ook de toenemende bureaucratisering van de staat een uiting van het proces van rationalisering.
Slide 8 - Slide
Weber:voordelen van rationalisering
uitbouw van de wetenschap en daardoor een grotere mate van beheersing van sociale processen en de natuur;
de rationele en efficiënte vormgeving van arbeidsorganisaties;
de nadruk op universele formele regels van gelijke behandeling van gelijke gevallen.
het meten van opbrengsten en de aandacht voor de juiste man of vrouw op de juiste plaats.
Slide 9 - Slide
Weber: nadelen van rationalisering
een wereld waarin we steeds meer worden gecontroleerd en waarbij de middelen steeds meer de doelen gaan overheersen;
vervreemding van werknemers ten gevolge van de ver doorgevoerde specialisatie van en grote machtsverschillen in bedrijven, organisaties en de samenleving als geheel;
de onpersoonlijke benadering en formele, bureaucratische opstelling in relaties tussen mensen;
de hoge eisen die het moderne arbeidsproces aan werknemers stelt waardoor veel mensen zich ziek moeten melden als gevolg van stress. Daarnaast is er een onderklasse ontstaan die niet aan die eisen kan voldoen en daardoor door de
samenleving wordt uitgesloten;
de toename van de macht van bureaucratische organisaties.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Conflict paradigma
Vanuit het conflict-paradigma wordt de nadruk gelegd op het ontstaan van maatschappelijke ongelijkheidverhoudingen door dit proces van rationalisering.
Functioneel paradigma
Functionalisme paradigma
Rationalisering vormde volgens Weber het cement van de ontwikkeling van de kapitalistische economie en leidde tot groei van materiële welvaart.
Slide 13 - Slide
Vanuit het rationele actor-paradigma
wordt benadrukt dat door de rationalisering actoren in toenemende mate het proces kunnen beheersen om de eigen doelen te bereiken.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Het kapitalistische systeem en toenemende bureaucratisering zijn vooral een uiting van
A
sociale stratificatie
B
sociale mobiliteit
C
institutionalisering
D
rationalisering
Slide 16 - Quiz
wat is de essentie van een bureaucratie?
A
kennis is macht
B
het scheiden van denken en doen
C
het belerende principe
D
rationalisering van de arbeidstaak
Slide 17 - Quiz
KERNCONCEPT Rationalisering (1)
Het proces van het en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar en beheersbaar te maken en van het inzetten van middelen om zo efficiënt en mogelijke resultaten te bereiken.