Ik kan een gesprek verstaan en begrijpen over een teamuitje
Ik kan in een gesprek mijn mening over een voorstel geven
Ik kan een schooluitje organiseren
Ik kan uitleg geven over een activiteit
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1
This lesson contains 15 slides, with text slides.
Lesson duration is: 150 min
Items in this lesson
3.9 Een uitje organiseren
Ik kan een gesprek verstaan en begrijpen over een teamuitje
Ik kan in een gesprek mijn mening over een voorstel geven
Ik kan een schooluitje organiseren
Ik kan uitleg geven over een activiteit
Slide 1 - Slide
(V) Samen starten
Welke activiteiten vind jij leuk? Waarom?
Welke activiteiten vind je niet leuk? Waarom niet?
Slide 2 - Slide
Dit doen we vanavond
Samen starten: 3.9 Een uitje organiseren
Vorige week: 2.8 Het weer
(A) Luisteren
Woorden
(B) Schrijven
(C) en (D) Schrijven
Extra: Gesprekken: Wat vind jij?
Slide 3 - Slide
Voorbeeld
Kijk en luister naar het voorbeeld
1: Wat is het koud!
2: En het waait ook hard!
1: Ik houd niet van de herfst, jij wel?
2: Nee, want het is bewolkt en het regent vaak.
1: Ik houd meer van de lente, omdat de zon vaker schijnt. En jij?
2: Ik houd het meest van de zomer, omdat het vaak droog is.
1: Dat begrijp ik. Meestal is de temperatuur goed, maar soms is het te heet.
2: Klopt, maar dat is beter dan te koud!
Slide 4 - Slide
Vorige week: 2.8 Het weer
Opdracht - Praat samen
Bedenk samen een gesprek over het weer (2.8) en oefen het gesprek. Doe het straks voor in de groep. Gebruik: want, en, maar, of, dus, omdat.
timer
20:00
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
Slide 5 - Slide
Vorige week: 2.8 Het weer
Opdracht - Praat samen
Doe het samen voor in de groep.
timer
10:00
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
1: ...
2: ...
Slide 6 - Slide
(A) Luisteren
Opdracht - Luister naar de tekst
Luister naar Olga, Tim en Patricia. Zij organiseren een uitje voor de kinderen van groep 7 en 8.
Slide 7 - Slide
Woorden
afspreken
de mening
vertrekken
duren
Dat klinkt goed!
Wat een goed plan!
Ik vind dat saai.
het uitje
organiseren
het voorstel
het plan
het thema
klinkt (klinken)
bedacht (bedenken)
timer
2:00
Slide 8 - Slide
(A) Luisteren
Opdracht - Luister nog twee keer naar de tekst
Luister naar Olga, Tim en Patricia. Zij organiseren een uitje voor de kinderen van groep 7 en 8.
Vragen:
Welk voorstel heeft Tim?
Waarom wil Patricia niet naar een museum?
Wie regelt de boot?
Tot hoe laat blijven ze bij het museum?
Slide 9 - Slide
(B) Schrijven
Opdracht - Maak een goede zin met de woorden
organiseer - een uitje - voor alle collega's - ik - volgende week
we - om 8 uur - vertrekken - met z'n allen - vanaf school
in Drachten - is - ons voorstel - bowlen - met alle buurtgenoten
de kinderen - af - om 4 uur - spreken - bij de speeltuin
wat - over het plan voor het feestje - jouw mening - is - ?
timer
10:00
Slide 10 - Slide
(C) Schrijven
Opdracht - Elk jaar organiseert de school van jouw zoon of dochter een schoolreisje. Jij gaat het uitje organiseren. Je schrijft een e-mail aan de ouders van de kinderen. Vertel:
dat je een uitje organiseert;
waar de kinderen naartoe gaan en waarom;
wanneer het uitje is;
hoe laat het uitje begint en hoe laat het eindigt;
wat ze mee moeten nemen.
timer
10:00
Slide 11 - Slide
(C) Schrijven
Opdracht - Je gaat een uitje organiseren voor de A2 avondgroep, omdat jullie elkaar beter willen leren kennen. Je schrijft een e-mail met een voorstel voor het uitje. Vertel:
dat je een voorstel hebt voor een uitje;
waar jullie naartoe gaan en waarom;
wanneer het uitje is;
hoe laat het uitje begint en hoe laat het eindigt;
wat iedereen mee moet nemen.
Vraag: wat iedereen van jouw voorstel vindt.
timer
10:00
Slide 12 - Slide
(D) Schrijven
Opdracht - Denk aan jouw leven. Voor wie wil je een uitje organiseren? Waarom? Waar? Wat gaan jullie doen? Hoe laat? Wat moeten de mensen meenemen? Wat kost de activiteit?
Schrijf een e-mail met een voorstel voor een uitje.
Lees de e-mail voor.
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Extra: Gesprekken
Opdracht - Wat vind jij? Wat is jouw mening?
Ik vind dat ... / Ik denk dat ...
De school moet uitjes voor kinderen betalen.
Kinderen mogen zelf kiezen welk uitje ze willen.
Bedrijven moeten twee uitjes per jaar organiseren.
Bowlen is een leuk uitje.
Uit eten gaan is leuker dan een museum bezoeken.
Slide 14 - Slide
Vorige week: 2.8 Het weer
Wat vind je van het weer in Nederland? Hoe is het weer in jouw land?
Houd je meer van de zomer of van de winter in Nederland? Waarom?
Wat doe je graag als het warm is? Waar doe je dat?
Wat doe je als het regent? Wat doe je als het sneeuwt?
In welke maand ben je graag buiten? In welke maand ben je niet graag buiten?
Welke kleren draag je als het koud is? Wat draag je als het warm is?
Welke tijd van het jaar vind je fijner, de herfst of de winter? Waarom?