contaminatie, pleonasme en tautologie


Stijlfiguren
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les

herken je de stijlfiguren: 
contaminatie, pleonasme en tautologie

Slide 2 - Slide

Stijlfouten
Stijlfouten zijn fouten tegen de goede stijl. Vaak zijn we ons niet bewust van deze fouten, ook omdat een aantal stijlfouten ‘ingeburgerd’ is in onze spreektaal. Vaak gaat het om uitdrukkingen die door elkaar worden gebruikt, woorden die op elkaar lijken, maar die een verschillende betekenis hebben, twee keer hetzelfde zeggen in een zin, een verkeerde woordkeuze en zinnen die ontsporen.

Slide 3 - Slide

contaminatie

Dit is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen die qua betekenis op elkaar lijken.


 De onzin die je me nu opschotelt, geloof ik niet.

opschotelt: opdissen of voorschotelen


Overnieuw doen

Het is opnieuw doen of overdoen

Slide 4 - Slide

contaminatie

De oorzaak van uw problemen is toch echt te wijten aan uw inzicht.


De oorzaak van uw problemen is toch echt uw inzicht

of

Uw problemen zijn toch echt te wijten aan uw inzicht

Slide 5 - Slide

pleonasme

Een deel van de betekenis van een woord wordt in een ander woord herhaald.

  • Grote reus: een reus is al groot
  • naar het buitenland exporteren: exporteren heeft dat buitenland al in zijn definitie
  • Vooraf waarschuwen. Dat is precies de essentie van waarschuwen dat het vooraf gebeurt.
  • De witte sneeuw is erg koud. Sneeuw is al wit van zichzelf.

Slide 6 - Slide

pleonasme

Aan het eind van de voorstelling daalde het gordijn langzaam naar beneden.


Een eigenschap van dalen is dat het naar beneden is.

daalde het gordijn langzaam

of

ging het gordijn langzaam naar beneden


geen tautologie omdat je niet de een of de andere zomaar kan weglaten

Slide 7 - Slide

tautologie

is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen.

  • Vb. Zij is niet in staat te kunnen komen.
    (In staat zijn = kunnen)
  • Ik ben gedwongen u dit te moeten meedelen.

(Gedwongen zijn = moeten)

Vaste verbindingen zijn erkend als stijlfiguur: 
vast en zeker of wis en waarachtig

Slide 8 - Slide

Twee woorden of uitdrukkingen worden door elkaar gebruikt.
Herhaling van de betekenis van een woord of begrip.
Een eigenschap van het woord wordt extra herhaald.
Contaminatie
Pleonasme
Tautologie

Slide 9 - Drag question

Na korte tijd wisten de eerste docenten even later toch binnen te komen
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 10 - Quiz

"Dat kost duur" is een
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 11 - Quiz

De beste reclame is tegenwoordig mond-op-mondreclame.

Slide 12 - Open question

Tekst
tautologie
contaminatie
pleonasme

Slide 13 - Drag question

Zodra wij de uitslag hebben, bellen wij u onmiddellijk.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 14 - Quiz

De oorzaak van uw problemen is toch echt te wijten aan uw inzicht.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 15 - Quiz

Hij behoort tot een van de beste journalisten.

Slide 16 - Open question

‘Ik was zo moe, ik moest echt even aan de rem trekken’

Slide 17 - Open question

tautologie
contaminatie
pleonasme

Slide 18 - Drag question

Aan het eind van de voorstelling daalde het gordijn langzaam naar beneden.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 19 - Quiz

Er wonen circa 200 à 220 mensen
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
correct

Slide 20 - Quiz

Ik irriteer me dat hij zijn deadline niet haalt

Slide 21 - Open question

Tekst
Ik heb hem opgetelefoneerd.
Hij heeft zijn werk nauwkeurig en exact gemaakt.
De gele maan schijnt aan de hemel. 
pleonasme
contaminatie
tautologie

Slide 22 - Drag question

Vandalisme tiert welig hoogtij in die verpauperde buitenwijken.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 23 - Quiz

Ik hoop in staat te zijn de show te kunnen bijwonen.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 24 - Quiz

Heb je de leerdoelen behaald?
Zo niet: wat vind je nog lastig?

Slide 25 - Open question

Wij waren gisteren bijna verdwaald in de grijze mist.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 26 - Quiz

Voordat u een mening vormt, dient u eerst goed na te denken.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 27 - Quiz

Kwaadwillige laster veroorzaakt veel verdriet
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 28 - Quiz

Volgens mijn mening kan dit niet langer.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 29 - Quiz

Ik besef me dat ik beter geen schrijver had kunnen worden.

Slide 30 - Open question

Ik houd er niet van om dingen overnieuw te moeten doen.

Slide 31 - Open question

Het rijst de spuigaten uit.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 32 - Quiz

Ik zocht naar zoiets dergelijks.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 33 - Quiz

In hun publicatie refereren zij naar een welbekende schrijver.

Slide 34 - Open question

Dit team maakt onderdeel uit van een nieuwsredactie.

Slide 35 - Open question

Einde

Slide 36 - Slide