1. De student kan na deze lessencyclus vertellen wat verstaan wordt onder de begrippen palliatieve zorg en terminale zorg.
2. De student kan de verschillende interventies binnen de palliatieve zorg benoemen en kan van elk een voorbeeld geven.
3. De student kan in eigen woorden vertellen welke 3 visies er zijn t.a.v. Thema dood/sterven.
4. De student kan benoemen welke type mensen stichting STEM onderscheidt t.a.v . sterven/dood
5. De student kan benoemen waarom het belangrijk is om deze type zorgvragers te herkennen
6. De student kan in eigen woorden uitleggen wat PATZ betekend in de zorg verlening.