KB P2 W3 S1

KB P2 Woche 3, Stunde 1
Herzlich Willkommen!
Ga op je plek zitten (plattegrond!)
Pak je boek, pen, schrift  
Zet je tas op de grond


1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

KB P2 Woche 3, Stunde 1
Herzlich Willkommen!
Ga op je plek zitten (plattegrond!)
Pak je boek, pen, schrift  
Zet je tas op de grond


Slide 1 - Slide

Heute
  • Wiederholung
  • Lernziel
  • Kontrolle Hausaufgaben
  • Instructie: schrijven
  • Selbständige Arbeit
  • Hausaufgaben

Slide 2 - Slide

Lernziel (= lesdoel)
  • Ik weet waar ik op moet letten bij het schrijven van een persoonlijke tekst in het Duits.  

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Kontrolle Hausaufgaben

Slide 5 - Slide

Hoe schrijf je een kaart/brief/e-mail?
  • de aanhef
  • start 
  • afsluiting
  • waar moet je op letten?

Slide 6 - Slide

Liebe Tina,
Lieber Tom,
de aanhef
Hallo
Guten Tag
Hi

Slide 7 - Slide

Liebe Natascha,

wie geht es dir? Mir geht es gut!
de start
Hallo Natascha!

Wie geht es dir? Mir geht es gut!

Slide 8 - Slide

Viele Grüße
Auf Wiedersehen
de afsluiting
Bis bald
Tschüss
Bis dann
En vergeet je naam niet!
Liebe Grüße

Slide 9 - Slide

Waar moet je goed op letten?
  1. Schrijf korte zinnen
  2. Hoofdletters
  3. Werkwoorden (vooral du- en ich-vorm)
  4. Woorden / zinnetjes
  5. Aanhef / start / afsluiting  

Slide 10 - Slide

Selbständige Arbeit
  • Wat: Opdracht 'E-Mail schreiben'
  • Hoe: Opschrijven op papier
  • Wie: Alleen (in stilte)
  • Tijd: 10 minuten
  • Hulp: Buch 1, schrift, ELO, docent
  • Klaar? Ga verder met Schritt 8, Aufgabe 9, 10, Stempeln bitte A en B 

Slide 11 - Slide

Lernziel (= lesdoel)
  • Ik weet waar ik op moet letten bij het schrijven van een persoonlijke tekst in het Duits.  

Slide 12 - Slide

Toets 21 nov.
Lernen / leren:
Woordjes blz. 18
Woordjes blz. 55
Zinnen blz. 26 (Redemittel)
Werkwoord haben (alle vormen met pers. voornaamwoord) blz. 50)

Slide 13 - Slide

Hausaufgaben 
Machen / maken:
Schritt 8, Aufgabe 9, 10, Stempeln bitte A en B.

Lernen / leren:
Ga vast leren voor de toets!

Slide 14 - Slide