This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Toetsvragen Gedrag
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Heggenmusperikelen
‘Sometimes it’s hard to be a woman, giving all
your love to just one man.’ Deze regel uit de song
‘Stand by your man’ van Tammy Wynette is uit
het hart gegrepen van een vrouwelijke heggenmus.
Zij heeft veel hulp nodig bij het verzorgen van haar
jongen.Door te proberen om met twee mannetjes
te paren, probeert ze zich te verzekeren van die hulp.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Welke prikkel of factor brengt een mannetje ertoe om te helpen bij de verzorging van de jongen?
A
het aanbod van voldoende voedsel voor de jongen
B
de daadwerkelijke paring
C
een langdurige relatie met het vrouwtje
D
het zien van de opengesperde bekjes van de jongen
Slide 3 - Quiz
Een paring geeft de zekerheid dat de genen van het mannetje in de jongen terecht komen.
Hege en haar activiteiten
Hege heeft een druk leven. Naast haar school steekt ze veel tijd in schaatsen. En op zaterdag werkt ze als kassière in een supermarkt.
Hege heeft hard getraind op een snelle start voor de 500 m schaatsen. Zij heeft van haar trainer geleerd zo snel mogelijk te reageren op het startschot.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Welk type leergedrag is van toepassing op het gedrag van Hege?
A
gewenning
B
klassieke conditionering
C
inprenting
D
operante conditionering
Slide 5 - Quiz
Hege heeft een verband gelegd tussen het startschot en de startbeweging.
Hege krijgt achter de kassa een standje van haar baas. Welke reactie van haar is een voorbeeld van overspronggedrag?
A
Ze buigt terwijl ze luistert beurtelings naar voren en naar achteren.
B
Ze haalt na het standje de boodschappen met kracht langs de scanner en smijt ze op de band.
C
Ze krabt tijdens het standje aan haar oor.
D
Ze krijgt tijdens het standje rode vlekken in haar hals.
Slide 6 - Quiz
This item has no instructions
Onderzoek aan wilde honden
Afrikaanse wilde honden (Lycaon pictus) zijn sociale dieren die de grasvlakten van Oost- en Zuid-Afrika bewonen. Zij jagen gewoonlijk in groepen en kunnen daardoor prooien vangen die veel groter zijn dan zijzelf, zoals wildebeesten (Connochaetes taurinus). Als ze op jacht zijn, benaderen zij een kudde grazende dieren, kiezen hun slachtoffer en putten hem uit, meer gebruik makend van hun uithoudingsvermogen dan van hun snelheid. Fanshawe en Fitzgibbon observeerden gedurende twee jaar de hondenjacht in het Serengeti National Park in Tanzania. Zij bestudeerden een van de jachtgroepen in dit gebied.
De meeste jachtactiviteiten vonden plaats bij zonsopgang en zonsondergang. In totaal zagen zij ruim 200 achtervolgingen van Thomson's gazelles (Gazella thomsoni) en 100 van het wildebeest
In het staafdiagram (zo bij de vraag) is het effect van de leeftijd van het prooidier op het jachtsucces van troepen wilde honden te zien. De getallen boven de staven geven het aantal jachtpartijen aan.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Wat is volgens de gegevens in de afbeelding hiernaast de meest gegeten prooi van de wilde honden?
A
kalfjes van de Thomson’s gazelle
B
kalfjes van het wildebeest
C
volwassen Thomson’s gazellen
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Gedrag in sprookjes
In veel sprookjes spelen dieren een belangrijke rol. In het sprookje ‘Den grimme ælling’ (Het lelijke jonge eendje) van Hans Christian Andersen broedt een eend een zwanenei uit in haar nest. Het zwaantje ontwikkelt zich na een moeilijke tijd als jong eendje uiteindelijk uiterlijk en gedragsmatig tot een zwaan.
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Leg uit dat Andersen hier een ethologische fout heeft gemaakt in zijn sprookje.
In veel sprookjes spelen dieren een belangrijke rol. In het sprookje ‘Den grimme ælling’ (Het lelijke jonge eendje) van Hans Christian Andersen broedt een eend een zwanenei uit in haar nest. Het zwaantje ontwikkelt zich na een moeilijke tijd als jong eendje uiteindelijk uiterlijk en gedragsmatig tot een zwaan