H2R 2021-11-23 Stappenplan Zinsdelen

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is de eerste stap als je een zin gaat ontleden in zinsdelen?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

In welke zin staan de zinsdeelstreepjes op de juiste plaats?
A
Op zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles wijn gegeven.
B
Op zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles wijn | gegeven.
C
Op | zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles wijn | gegeven.
D
Op zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles | wijn | gegeven.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat voor gezegde heeft deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 14 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

Slide 15 - Open question

Zet de zinnen in het juiste vak: wg of ng?
werkwoordelijk gezegde
naamwoordelijk gezegde
Het voorstel werd meteen goedgekeurd.
Uiteindelijk is zij manager geworden.
Hij is vroeger een uitstekende voetballer geweest.
We hebben voor dat reisje een jaar gespaard!

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Heeft deze zin een lijdend voorwerp?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.
A
nee, geen lv
B
ja, lv = Op zijn verjaardag
C
ja, lv = mijn opa
D
ja, lv = een fles wijn

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Heeft deze zin een meewerkend voorwerp?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.
A
nee, geen mv
B
ja, mv = Op zijn verjaardag
C
ja, mv = mijn opa
D
ja, mv = een fles wijn

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

Slide 28 - Open question

Bedenk zelf een zin met twee bijwoordelijke bepalingen.

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide