H4 HV2 écouter: 16 maart en vendre 2023
Chapitre 4
La santé!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with text slides.
Items in this lesson
Chapitre 4
La santé!
Slide 1 - Slide
Planning d'aujourd'hui
* Parler français : la santé
* Apprendre 4 : prononciation
* Apprendre 3 (vendre) : oefenen en nakijken 16 en 17
* Lire: 6 : page 14 en 15
* Écouter : page 19 t/m 22
Les devoirs: apprendre 3 het werkwoord: vendre en alle andere werkwoorden eindigend op -re en apprendre 4
Slide 2 - Slide
Le sujet
* Le sujet : la santé, le docteur/le médecin, l'hôptal, le corps, la fievre
Slide 3 - Slide
Résumé
Regarder: Julien et film
Lire: chère Loubna
Grammaire: regelmatige ww eindigend op -re
Apprendre 1 2 4 vocabulaire
Slide 4 - Slide
Parler français!
Slide 5 - Slide
* Qu'est-ce que je peux faire pour vous?
* Ça fait mal où?
*Vous avez de la fièvre.
* Prenez un comprimé deux fois par jour.
*Je ne me sens pas bien du tout.
*J'ai mal au ventre et je transpire beaucoup.
* Oui, j'ai 39 degrés.
* D'accord. Merci.
Slide 6 - Slide
Sur la table....
* TES LIVRES
* TON CAHIER
* TA TROUSSE
*TON ORDINATEUR
Slide 7 - Slide
Prends ton livre!
Cherche la page:
Apprendre 3: Page 37
Vendre
Regelmatige werkwoorden die eindigen op -re
Slide 8 - Slide
Familie 1: Regelmatige werkwoorden eindigend op -er
préférer détester pratiquer refuser
jouer travailler aimer marcher
demander commencer dessiner soulager
parler donner danser saigner
terminer redoubler gratter tomber
se moquer de / se concentrer de / se lever
Slide 9 - Slide
Regelmatige werkwoorden eindigend op -er
Stap 1: neem het hele werkwoord : donner
Stap 2: maak de stam, dus hak "-er" eraf: donn
Stap 3: plak de juiste uitgang erachter: je = e
tu = es
il/elle/on = e
nous = ons
vous = ez
ils/elles = ent
Slide 10 - Slide
Familie 2: Regelmatige werkwoorden eindigend op -re
vendre
entendre
répondre
rendre
attendre
perdre
descendre
Slide 11 - Slide
Regelmatige werkwoorden eindigend op -re
Stap 1: neem het hele werkwoord : perdre (verliezen)
Stap 2: maak de stam, dus hak "-re" eraf: perd
Stap 3: plak de juiste uitgang erachter: je = s
tu = s
il/elle/on = niets
nous = ons
vous = ez
ils/elles = ent
Slide 12 - Slide
Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!
Slide 13 - Slide
Opdracht
Wij lezen het werkwoord perdre klassikaal hardop.
Boek gaat dicht.
Kun jij het nog helemaal van "je perds" t/m "elles perdent" opschrijven in je schrift? Met vertaling?
Weet je ook de passé composé?
Slide 14 - Slide
Vertaal deze werkwoorden in je schrift uit je hoofd.
vendre
entendre
répondre
rendre
attendre
perdre
descendre
Slide 15 - Slide
Vertaal deze werkwoorden in je schrift uit je hoofd.
vendre J'ai vendu
entendre Tu as vendu
répondre Il/elle a répondu
rendre On a rendu
attendre Nous avons attendu
perdre Vous avez perdu
descendre Ils/elles sont descendu
Slide 16 - Slide
Prends ton livre!
Cherche la page:
Page 14
Lire ex 6 et 7
Slide 17 - Slide
Prends ton livre!
Cherche la page:
Page 16 t/m 18
Lire grammaire I
Exercice: 8a t/m 8e
Bespreken
Slide 18 - Slide
Prends ton livre!
Cherche la page:
Page 19 t/m 21
Écouter
Exercice: 9 t/m 14
Maken
Slide 19 - Slide
Instruction
Wat : Maken van "lire" op blz. 11: opdracht 3, 4, 5
Hoe : Zorg dat je de vragen goed leest! Je werkt IN JE BOEK!
Wie : Je werkt in stilte en alleen.
Je mag pas praten/overleggen als de docent dat aangeeft.
Tijd : 15 minuten
Klaar : Starten met leren Apprendre 1:
Schrijf de woordjes voluit achterin je schrift.
Slide 20 - Slide
ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken
Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.
Slide 21 - Slide
Les buts
* Regarder : Vlog van Julien begrijpen over films.
* Lire: De recensies van diverse films begrijpen.
* Grammaire I : Het onregelmatige ww: mettre.
Dit werkwoord kunnen vervoegen en toepassen.
* Écouter: Onderwerp herkennen van diverse beschrijvingen
* Grammaire II: Uitbreiding op het bijvoeglijk naamwoord
Slide 22 - Slide
Résumé
Regarder: Julien et film
Lire: la critique sur les films
Grammaire: mettre
Écouter: beschrijving gebouw/persoon
Grammaire: bijvoeglijk vnw
Parler: beschrijving voorwerp
Écrire: meervoud
