Van de plantencel en dierlijke cel kun je aangeven wat de onderdelen en hun functies zijn en je kunt van beide soorten cellen een schematische tekening maken volgens de tekenregels.
Slide 4 - Slide
Tekenregels
Slide 5 - Slide
Plantaardige cel
Een plantaardige cel heeft:
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrels
Slide 6 - Slide
Dierlijke cel
Celmembraan: dun vliesje om de cel heen.
Celkern: Regelt alles wat in de cel gebeurt
Cytoplasma: stroperige vloeistof met opgeloste stoffen die de cel opvult
Celmembraan
Celkern
Celplasma
Slide 7 - Slide
Verschil plant en dier
Slide 8 - Slide
Praktijkkaart 1
Wat: praktijkkaart 1 is uitgedeeld
Met wie: Samen met jouw buurman/buurvrouw (alle 2 blaadje invullen)
Hoe lang: tot 8 min voor einde v.d. les
Klaar: Maak een foto van wat jij ziet onder de microscoop & teken het na op het blaadje erbij
Dit is huiswerk voor de volgende les! (08/12/2022)
Je kan het in principe in de les afkrijgen!
Slide 9 - Slide
Pak jouw EF agenda
HW: Donderdag 8 december
Praktijkkaart 1 meenemen
Niet af morgen? afmaken na je laatste les
Volgende les: fotosynthese!
Slide 10 - Slide
Wat heb je nodig bij verbanding?
Zuurstof (O2)
Voedsel -> glucose
Slide 11 - Slide
Wat komt er vrij bij verbanding?
Koolstofdioxide
Water
Slide 12 - Slide
Hoe zit dat dan bij een plant?
Precies omgedraaid!
Nodig:
Water
Koolstofdioxide
Slide 13 - Slide
Hoe zit dat dan bij een plant?
Precies omgedraaid!
Komt vrij:
Zuurstof
Glucose
Slide 14 - Slide
Fotosynthese
Slide 15 - Slide
fotosynthese
planten maken voedsel doormiddel van fotosynthese.
in alle groene delen van de plant vind dit plaats.
Slide 16 - Slide
Aan de slag
Maken theoriekaart 1 (lezen, quizjes en lessonup vragen)
Klaar? Lees alles door van het werkstuk bijenhotel (website)
Dit alles is hw voor de volgende les
timer
8:00
Slide 17 - Slide
Hoe ging de les?
Hoe vond jij de les?
Welk cijfer geef jij jouw eigen inzet vandaag? (tussen de 1 en de 10)
Heb jij de leerdoelen behaald?
Je kunt benoemen wat een organisme is en hoe deze is opgebouwd van klein naar groot.
Je kunt de 4 verschillende rijken benoemen en kunt uitleggen waarom organismen bij een bepaald rijk horen.
Je verklaart wat er bij de fotosynthese gebeurt en benoemt daarbij wat de plant nodig heeft en wat er wordt gemaakt.