Je laptop nog even in je tas laten zitten. Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop nog even in je tas laten zitten. Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
Slide 1 - Slide
Deze les
Terugblik doelen vorige les.
Uitleg nieuwe doelen voor vwo.
Opdrachten maken.
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? Aantal vragen via lessonup om te kijken of je de doelen van deze week hebt behaald.
Slide 2 - Slide
Welke vragen waren lastig?
Zijn er nog vragen over het Immuunsysteem?
Slide 3 - Slide
Havo kan vast aan het werk.
Zie studiewijzer.
Maken opdracht 31 t/m 33.
Begin vast aan B8.
Slide 4 - Slide
Nieuwe leerdoelen deze week:
Voor vwo
- Je moet kunnen beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen en welke rol bloedgroepen spelen bij bloedtransfusies.
Slide 5 - Slide
Je moet kunnen beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen en welke rol bloedgroepen spelen bij bloedtransfusies.
Slide 6 - Slide
Je moet kunnen beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen en welke rol bloedgroepen spelen bij bloedtransfusies.
Slide 7 - Slide
Je moet kunnen beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen en welke rol bloedgroepen spelen bij bloedtransfusies.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
timer
5:00
Leerdoelen:
-Je moet kunnen beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Voor vwo ook:
- Je moet kunnen beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen en welke rol bloedgroepen spelen bij bloedtransfusies.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B7 en voor vwo ook B10
-Te maken: opdracht 31 t/m 33 en vwo ook 39 t/m 42
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Slide 10 - Slide
Antistoffen
A
stoffen die witte bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
B
stoffen die bloedplaatjes maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
C
stoffen die rode bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
D
stoffen die in ziekteverwekkers zitten
Slide 11 - Quiz
Wat is de goede volgorde?
1. De ziekteverwekker is met antistoffen bedekt en onschadelijk 2. Ziekteverwekker dringt het lichaam binnen. 3. Antistof hecht aan de lichaamsvreemde stof 4. Witte bloedcellen maken antistoffen
A
4 - 3 - 2 - 1
B
1 - 2 - 3 - 4
C
2 - 4 - 3 - 1
D
3 - 4 - 2 - 1
Slide 12 - Quiz
Natuurlijke immuniteit
A
ontstaat doordat je een vaccinatie hebt gekregen
B
ontstaat doordat je bijvoorbeeld een griepprik hebt gekregen
C
immuniteit die ontstaat doordat je de ziekte doormaakt
(ziek bent geweest van een ziekte)
D
is een erfelijke ziekte
Slide 13 - Quiz
Kunstmatige immuniteit
A
immuniteit die ontstaat doordat je al een keer een bepaalde ziekte hebt gehad
B
immuniteit die ontstaat door inenting met een vaccin, zoals de griepprik
C
Lichaamsvreemde stoffen die een ziekte veroorzaken
D
Lichaamsvreemde stoffen die geen ziekte veroorzaken
Slide 14 - Quiz
Wat is het verschil tussen actieve en passieve immunisatie [meerdere antwoorden goed]
A
Actief= direct antistoffen binnen krijgen.
B
Passief= direct antistoffen binnen krijgen.
C
Actief= verzwakte of dode ziekteverwekkers inspuiten
D
Passief= verzwakte of dode ziekteverwekkers inspuiten.
Slide 15 - Quiz
Immuun
A
je kunt de ziekte niet meer krijgen
B
behoorlijk ziek worden van een ziekte
C
een lichaamsvreemde stof
D
een spuit krijgen met zwakke ziekteverwekkers
Slide 16 - Quiz
Infectieziekten, wat zijn dat?
A
antistoffen die ontstaan als je ziek bent
B
stoffen die je ingespoten krijgt bij een vaccinatie
C
ziekten die erfelijk zijn
D
ziekten die veroorzaakt worden door bacteriën, schimmels en virussen.
Slide 17 - Quiz
laatste vraag havo: vaccinatie, wat is dat?
A
inenting
B
immuniteit
C
infectie
D
antistof
Slide 18 - Quiz
Welke bloedgroep kan alle bloedgroepen ontvangen?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 19 - Quiz
Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 20 - Quiz
Doelen van deze week behaald? Zo niet, wat ga je doen om ze wel te bereiken?
Genoteerd wat je thuis gaat doen?
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.