Deel SET eind T3: Licht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

 Licht

Deze LU bespreken we alle vaardigheden van licht uit hst 2 (dingen die je moet kunnen) die belangrijk zijn voor de SET voor Nask1.

De leerstof (dingen die je moet weten) staat natuurlijk gewoon in je leerboek. Maak hiervan een samenvatting en/of flitskaartjes.   

Overzicht van vaardigheden

•  zichtlijnen tekenen en gezichtsveld bepalen
  
• spiegelwet
  
• beeld construeren bij een positieve lens
  

Licht beweegt in rechte lijnen.

Zichtlijnen en gezichtsveld

Zichtlijnen lopen altijd recht. 

Bij het plaatje hiernaast zijn lijnen getrokken vanaf de ogen van Jan, langs de muurtjes heen. 

Je merkt zo dat hij Myrthe en Mathijs wel kan zien, maar Merel niet.

Dit heet het gezichtsveld.

De zichtlijnen lopen altijd vanuit de ogen naar voorwerpen toe.

Dit in tegenstelling tot lichtstralen vanuit een lichtbundel. Daar lopen de lijnen van de lichtbron naar de ogen toe!

Bronnen, bundels en schaduw

In de volgende link wordt een stukje uitleg gegeven over lichtbronnen, hoe lichtbundels werken en hoe schaduw ontstaat.

Hier kun je de stof nog een keertje op een andere manier bekijken.

Schaduw (kern en half)

Zichbare en onzichtbare kleuren

Dit is geen echte vaardigheid, maar op de volgende pagina kun je een stukje lezen over kleuren.

Spiegelen

Bij de spiegelwet wordt gebruik gemaakt van een spiegel om een lichtstraal terug te laten kaatsten. 

De spiegelwet zegt dat de hoek van inval gelijk is aan de hoek van terugkaatsing.

Bekijk het volgende filmpje

Construeren

Om beeld te kunnen construeren moet je je aan een aantal regels houden.

Als je op de volgende pagina op de link klikt, krijg je een how-to voor het tekenen van een constructietekening.

Maak de opdrachten op het oefenvel.

De antwoorden staan in SOMtoday.

Wat moet je leren voor de SET over licht?

• soorten lichtbronnen 
• weerkaatsing (diffuse en gespiegelde)
• schaduw, kunnen tekenen van de randstralen
• spiegelwet kennen en kunnen tekenen
• spiegelbeeld zien en kunnen tekenen
• spectrum
• absorberen en weerkaatsen kleuren
• Ultraviolet en infrarood
• positieve en negatieve lenzen, breking lichtstraal (convergerend, divergerend)
• reëel beeld construeren bij positieve lens