herhalen hoofdstuk 5

De overheid bestaat uit het rijk en de provincies, juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De overheid bestaat uit het rijk en de provincies, juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quiz

Wat zijn subsidies?
A
vernieuwen van producten
B
financiële bijdrage van overheid
C
financiële bijdrage van bedrijven
D
het weggooien van producten

Slide 2 - Quiz

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Minder innovatie.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 3 - Quiz

Waarop heft de overheid accijns?
A
benzine, chocola, kleding
B
sigaretten, vlees, kleding
C
alcohol, sigaretten, benzine
D
alcohol, medicijnen, benzine

Slide 4 - Quiz

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 5 - Drag question

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 6 - Quiz

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 7 - Quiz

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 8 - Quiz

De overheid bepaalt hoeveel en welke goederen geproduceerd worden. Dit is een ...
A
planeconomie.
B
vrijemarkteconomie.

Slide 9 - Quiz

Bedrijven gaan nooit failliet. Ze zijn in handen van de overheid. Dit is een ...
A
planeconomie.
B
vrijemarkteconomie.

Slide 10 - Quiz

De prijs van producten wordt in een vrijemarkteconomie bepaald door vraag en aanbod.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

De overheid stelt de prijs van producten vast in een ...
A
planeconomie.
B
vrijemarkteconomie.

Slide 12 - Quiz

Welke uitspraak past bij een sociale markteconomie?
A
De overheid stelt strenge regels op voor de samenleving.
B
De overheid bemoeit zich niet met het spel van vraag en aanbod.
C
De overheid zorgt dat een land aantrekkelijk is voor grote bedrijven.
D
De overheid zorgt met wetten en regels voor een minimum bestaan.

Slide 13 - Quiz

Direct of indirect?

Over een prijs in de postcodeloterij betaal je kansspelbelasting.
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 14 - Quiz

Direct of indirect?

Als je je overnachting op een camping betaalt, zit in dat bedrag ook toeristenbelasting.
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 15 - Quiz

Een winkelier ontvangt voor zijn producten:
A
de inkoopprijs inclusief btw.
B
de verkoopprijs exclusief btw.
C
de verkoopprijs inclusief btw.
D
de inkoopprijs exclusief btw.

Slide 16 - Quiz

Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW

Slide 17 - Quiz

Sociale zekerheid voor jongeren:
Het zusje van Rian is 14 jaar. Zij krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 18 - Quiz

Sociale zekerheid voor jongeren:
Sofie volgt op de universiteit een opleiding geschiedenis. Ze krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 19 - Quiz