T6 B6 V

B6 Het zenuwstelsel
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 64 t/m 66
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt met verschillende voorbeelden uitleggen waarom we een zenuwstelsel nodig hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe een zenuwcel impulsen doorgeeft.
  • Je kunt drie soorten zenuwcellen herkennen.
  • Je kunt m.b.v. zenuwcellen uitleggen wat er gebeurt als een persoon iets waarneemt en daar op reageert.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B6 Het zenuwstelsel
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 64 t/m 66
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt met verschillende voorbeelden uitleggen waarom we een zenuwstelsel nodig hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe een zenuwcel impulsen doorgeeft.
  • Je kunt drie soorten zenuwcellen herkennen.
  • Je kunt m.b.v. zenuwcellen uitleggen wat er gebeurt als een persoon iets waarneemt en daar op reageert.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Het zenuwstelsel
  • Zenuwcellen
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Welk deel van het netvlies kan het best kleuren zien?
A
Witte vlek
B
Gele vlek
C
Groen vlek
D
Blinde vlek

Slide 3 - Quiz

De pupil kan groter en kleiner worden.
Je ligt 's nachts in bed en zet even je lamp aan. Wat gebeurt er dan? De pupil gaat van …
A
Groot naar klein
B
Klein naar groot
C
Middel naar groot
D
Hij blijft hetzelfde

Slide 4 - Quiz

Welk deel van het oog verandert prikkels in impulsen?
A
Pupil
B
Lens
C
Netvlies
D
Oogzenuw

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Het zenuwstelsel
  • Zenuw = veel uitlopers zenuwencellen bij elkaar
  • Impulsen gaan door zenuwen

Slide 7 - Slide

Zenuwcel
  • 1 zenuw bevat veel zenuwcellen
  • Uitlopers vangen impulsen op
  • Uitloper geven impulsen door
  • Uitlopers kunnen erg lang zijn

Slide 8 - Slide

Gevoelszenuwcel
  • Geeft impulsen zintuigen door
  • Cellichaam niet aan uiteinde
G
Schakelcel
  • Geeft impulsen door aan andere zenuwcellen
  • Geen lange uitlopers
  • Alleen in centraal zenuwstelsel
S
bewegingszenuwcel
  • Geeft impulsen door aan spieren/klieren
  • Cellichaam aan uiteinde
B
Typen Zenuwcel

Slide 9 - Slide

Welk type zenuwcel komt als eerste in actie?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel

Slide 10 - Quiz

Welk type zenuwcel komt als eerste in actie?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel

Slide 11 - Quiz

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 64 t/m 66
  • Maken Opdr. 22 t/m 24 blz. 63

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 12 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 64 t/m 66
  • Maken Opdr. 22 t/m 24 blz. 63

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 13 - Slide