Marketing opstart na de vakantie hfdst 1 tm 3

Marketing hoofdstuk 1 tm 3
1 / 48
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Marketing hoofdstuk 1 tm 3

Slide 1 - Slide

Marketing examen

Slide 2 - Slide

Doel van de les vandaag
Herhalen hoofdstuk 1 tm 6 van het boek marketingmanagement

Na vandaag is je kennis weer opgefrist over marketing, marketingproces en marktonderzoek, 
Dit doen we doen we met hulp van lesson up door vragen te beantwoorden en bijbehorende theorie te bespreken.

Iedereen nu inloggen bij lesson up.
 

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 1 Marketing

Slide 4 - Slide

Waar is dit de definitie van:
Alle activiteiten die nodig zijn om een verkoop te sluiten en een getekend contract te krijgen
A
Marketing
B
Sales

Slide 5 - Quiz

Marketing
Het aanbieden van producten op basis van de wensen en behoeften van (mogelijke) afnemers

Slide 6 - Slide

Waarom gaan marketing en communicatie vaak samen?
A
Omdat marketing de manier is om de doelgroep te bereiken
B
Omdat communicatie de manier is om de doelgroep te bereiken

Slide 7 - Quiz

Je kunt de T-Ford in alle kleuren krijgen, zolang het maar zwart is, is kenmerkend voor
A
productieconcept
B
productconcept
C
verkoopconcept
D
marketingconcept

Slide 8 - Quiz

Er zijn 5 marktbenaderingsconcepten
  • productieconcept - goedkoop en verkrijgbaar dan verkoopt het wel
  • productconcept - kwaliteit van het product leidt tot verkoop van het product
  • verkoopconcept - je moet moeite doen om te verkopen, een product verkoopt zichzelf niet.
  • marketingconcept - wensen van de klanten staan centraal bij de verkoop
  • maatschappelijk marketingconcept - wensen van de klant en gevolgen voor het milieu, mens en dier

Slide 9 - Slide

De effectieve vraag bestaat uit
A
herhalingsaankoop, uitbreidingsvraag en vervangingsvraag
B
herhalingsaankoop initiële vraag additionele vraag

Slide 10 - Quiz

Bij een verkopersmarkt hebben aanbieders een sterkere positie dan afnemers
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Wanneer er slechts 1 aanbieder van een product is spreek je over een
A
monopoly
B
oligopolie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Uit welke 3 onderdelen bestaat je bedrijfsformule
A
doelgroepomschrijving, marktpositie, marketingmix
B
assortiment, marktpositie, marketingmix
C
doelgroepomschrijving, assortiment, marketingmix
D
doelgroepomschrijving, marktpositie, assortiment

Slide 14 - Quiz

Kenmerken waarmee je binnen een markt bepaalde (doel)groepen kunt onderscheiden noem je
A
doelgroepcriteria
B
assortimentscriteria
C
segmentatiecriteria

Slide 15 - Quiz

Segmentatiecriteria
geografisch (de plaats waar de doelgroep zit)
demografisch (samenstelling van de bevolking)
socio-economisch (onder andere inkomen)
psychografisch (levensstijl)
gedrag (koopgedrag)

Slide 16 - Slide

Aanwelke voorwaarden moet een marktsegment voldoen
A
groot genoeg, meetbaar, bereikbaar
B
groot genoeg, meetbaar, zichtbaar
C
groot genoeg, bereikbaar, zichtbaar

Slide 17 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat de marketing mix (P's)

Slide 18 - Open question

Wat betekend de afkorting USP?

Slide 19 - Open question

Introductiefase, groeifase, volwassenheidsfase, verzadigingsfase, neergangsfase
Dit zijn de fases van
A
klantencyclus
B
productlevenscyclus
C
marktgroeicyclus

Slide 20 - Quiz

  1. Introductiefase
  2. Groeifase
  3. Volwassenheidsfase
  4. Verzadigingsfase
  5. Neergangsfase

Slide 21 - Slide

In het adoptieproces van een nieuw product onderscheid je vijf kopersgroepen. De eerst 2,5% van de klanten die bereid zijn een nieuw product aan te schaffen noem je de
A
innovators
B
early adopters
C
early majorit
D
late majority

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wanneer een bedrijf zaken doet met een ander bedrijf spreek je van
A
B2B
B
B2C

Slide 24 - Quiz

Hoofdstuk 2 Marketingproces

Slide 25 - Slide

De prijs van een product hoort bij de micro omgeving omdat een bedrijf daar veel invloed op heeft
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Nieuwe wetgeving met betrekking tot CO2 uitstoot behoort bij welke omgeving?
A
micro
B
meso
C
macro

Slide 27 - Quiz

De vraag van afnemers hoort bij welke omgeving?
A
micro
B
meso
C
macro

Slide 28 - Quiz

Met het model van Porter kun je in de meso omgeving de concurrentiekracht van jouw bedrijfstak in beeld brengen
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Macro omgeving in kaart brengen met behulp van de DESTEP-methode

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Waar staan de letters voor in de afkorting SWOT-analyse?

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Een BCG-matrix is een grafische weergave van de portfolioanalyse. Welke 2 criteria hanteer je bij de BCG-matrix
A
relatieve marktaandeel en marktgroei
B
relatieve marktaandeel en omzet
C
omzet en marktgroei

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Hoofdstuk 3
Marktonderzoek

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Je begint een onderzoek normaal gesproken met
A
deskresearch
B
fieldresearch

Slide 44 - Quiz

Een vergelijk van je eigen bedrijf met soorgelijke bedrijven in de zelfde bedrijfstak noem je een:
A
vergelijkend onderzoek
B
benchmarking
C
leveranciersonderzoek
D
vestigingsplaatsonderzoek

Slide 45 - Quiz

Hoe noem je de totale doelgroep bij een marktonderzoek?
A
populatie
B
steekproef
C
respondent
D
respons

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Voorbereiding examen
Leren alle begrippen in de begrippenlijst van hoofdstuk 1 en 2

Slide 48 - Slide