Herhaling jaar 1 tot 3 mavo 4

Weet je het allemaal nog....?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Weet je het allemaal nog....?

Slide 1 - Slide

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 2 - Quiz

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 3 - Quiz

Realistische of onrealistische fictie?
A
Realistische
B
Onrealistische

Slide 4 - Quiz

Realistisch of onrealistisch?
A
Realistische fictie
B
Onrealistische fictie

Slide 5 - Quiz

Hoe zat het ook alweer?
Fictie = verzonnen
Non-fictie = echt gebeurd

Realistische fictie = een verzonnen verhaal dat echt zou kunnen gebeuren. 
Onrealistischte fictie = een verzonnen verhaal dat niet echt zou kunnen gebeuren. 


Slide 6 - Slide

'Het huilende jongetje wrijft een traan uit zijn oog' Wat is het lijdend voorwerp?
A
Huilende
B
Het huilende jongetje
C
Een traan
D
Uit zijn oog

Slide 7 - Quiz

'Toen de bel ging, was ik enorm opgelucht, want ik had honger.'

Hoeveel persoonsvormen heeft deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

En hardloop je wel eens of loop je dan hard?
A
Ik loop hard.
B
Ik hardloop.
C
Ik heb wel eens gehardloopt.
D
Ik heb nog nooit hardgelopen.

Slide 9 - Quiz

Lachend legde de docent de grammatica uit. Wat voor soort werkwoord is 'lachend'?
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord
D
Infinitief

Slide 10 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
Tweedekamer
B
Tweede kamer
C
Tweede Kamer
D
tweede kamer

Slide 11 - Quiz

Wat is het belangrijkste tekstdoel?
A
Adviseren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Waarschuwen

Slide 12 - Quiz

Wat voor verband lees je in deze zin?

'Omdat GTST een geweldige soap is, kijk ik nooit het journaal om 8 uur.'
A
opsomming
B
voorbeeld
C
oorzaak en gevolg
D
reden

Slide 13 - Quiz

Het percentage jongeren dat een bijbaantje heeft, is in Doorn lager dan gemiddeld.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Mijn ouders lieten altijd een lichtje aan op de gang, omdat ik was altijd erg bang voor het slapen gaan.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Het boek, wat ik enorm interessant vond, heb ik teruggebracht naar de bieb.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz