Herhaling jaar 1

Weet je het allemaal nog....?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Weet je het allemaal nog....?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Is 'Spijt' fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 3 - Quiz

Is 'Spijt' realistische fictie of onrealistische fictie?
A
Realistisch
B
Onrealistisch

Slide 4 - Quiz

Hoe zat het ook alweer?
Fictie = verzonnen
Non-fictie = echt gebeurd

Realistische fictie = een verzonnen verhaal dat echt zou kunnen gebeuren. 
Onrealistischte fictie = een verzonnen verhaal dat niet echt zou kunnen gebeuren. 


Slide 5 - Slide

Wat betekent het woord ‘genre’?
A
Bedoeling
B
Niveau
C
Soort
D
Werkelijkheid

Slide 6 - Quiz

Beoordelingswoorden gebruik je om:
A
Argumenten bij een verhaal te zoeken.
B
De inhoud van een verhaal te beschrijven.
C
Het genre van een verhaal te kiezen.
D
Je mening over een verhaal te geven.

Slide 7 - Quiz

Wanneer noem je een personage ‘stereotiep’?

Slide 8 - Open question

Welk verhaal is het meest 'tijdloos'?
A
Assepoester
B
Pocahontas
C
Harry Potter
D
Spijt

Slide 9 - Quiz

Stofzuig jij of zuig je stof?
A
Ik heb gestofzuigd.
B
Ik heb stof gezogen.
C
Ik heb nog nooit gestofzoogd.
D
Ik heb nog nooit stof gezuigd?

Slide 10 - Quiz

En hardloop je wel eens of loop je dan hard?
A
Ik loop hard.
B
Ik hardloop.
C
Ik heb wel eens gehardloopt.
D
Ik heb nog nooit hardgelopen.

Slide 11 - Quiz

Lachend legde de docent de grammatica uit. Wat voor soort werkwoord is 'lachend'?
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord
D
Infinitief

Slide 12 - Quiz

Ik wens jullie een heel leerzaam jaar toe! Wat voor woordsoorten zijn 'heel' en 'leerzaam'?
A
Allebei bijvoeglijke naamwoorden (bvn)
B
'Heel' is een bvn, 'leerzaam' is een zelfstandig naamwoord
C
Allebei bijwoorden (bijw)
D
'Heel' is een bijw, 'leerzaam' een bvn.

Slide 13 - Quiz

'Zouden zij dat niet eens willen mogen kunnen proberen?'
Wat is de PV?
A
Proberen
B
Mogen
C
Willen
D
Zouden

Slide 14 - Quiz

Ik weet zeker dat in ieder geval een aantal van jullie enorm uitkijken naar de excursieweek naar Liddington!
A
Deze zin is correct.
B
Deze zin is niet correct.

Slide 15 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
Tweedekamer
B
Tweede kamer
C
Tweede Kamer
D
tweede kamer

Slide 16 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
zee egel
B
zeeëgel
C
zee-egel
D
zeeegel

Slide 17 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
Bevrijdingsdag
B
bevrijdingsdag
C
Bevrijdingdag
D
bevrijdingdag

Slide 18 - Quiz

Welk woord is correct geschreven?
A
appartement
B
apartemment
C
apartement
D
appartemment

Slide 19 - Quiz

Waarom wordt 'abonnee' -->
'abonnees' maar 'tosti' --> 'tosti's'?

Slide 20 - Open question

Zij heeft een (goud) ketting en een (zilver) armband
A
goude, zilveren
B
gouden,zilveren
C
goude, zilvere
D
gouden, zilvere

Slide 21 - Quiz

Een kleine koning is een
A
Koninkje
B
Koningetje
C
Koningtje
D
Koningkje

Slide 22 - Quiz

Een kleine oma is een
A
oma'tje
B
omatje
C
omaa'tje
D
omaatje

Slide 23 - Quiz

een kleine hobby is een
A
hobbietje
B
hobbytje
C
hobby'tje
D
hobbitje

Slide 24 - Quiz

Een kleine tosti is een
A
tosti'tje
B
tostietje
C
tostitje
D
tostie'tje

Slide 25 - Quiz