Spelling H2 - les 1

Spelling H2
met of zonder -n
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spelling H2
met of zonder -n

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • samen startopdracht
  • uitleg theorie
  • herhaling werkwoordspelling (voltooid deelwoord als bvnw, facultatief)
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

doelen
  • Ik weet wanneer ik een meervouds-n moet gebruiken bij bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandig gebruikte telwoorden.
  • Ik weet hoe ik werkwoorden moet schrijven die in de tegenwoordige tijd hetzelfde klinken (vind - vindt)

Slide 3 - Slide

startopdracht 
Log in met je eigen naam.

Slide 4 - Slide

Mick stond gisteren op de boekenmarkt met zijn stripboeken.
Hij heeft ze ... verkocht.
A
allen
B
alle

Slide 5 - Quiz

Mijn moeder stuurt ieder jaar kerstkaarten.
Ze heeft er al ... verstuurd.
A
velen
B
vele

Slide 6 - Quiz

In de wachtkamer zaten zes patiënten. Ze waren ... erg zenuwachtig.
A
allen
B
alle

Slide 7 - Quiz

Gisteravond was er een dorpsfeest.
Ik kwam veel ... tegen.
A
bekenden
B
bekende

Slide 8 - Quiz

met of zonder -n? 

Slide 9 - Slide

met of zonder -n? - telwoorden
Telwoorden als enkele, vele, weinige, sommige:
- met -n -> als ze zelfstandig worden gebruikt en personen aanduidt:   
                      Allen waren uitgenodigd.

-zonder -n -> als ze niet zelfstandig worden gebruikt of als ze geen                                                   personen  aanduiden:
                     Alle collega's waren uitgenodigd.
                     Van de oplossingen waren alle goed.

Slide 10 - Slide

met of zonder -n? - telwoorden
Let op:
Telwoorden als tientallen, honderden, duizenden, miljoenen hebben altijd een -n

Slide 11 - Slide

met of zonder -n? - bvnw
Bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden
- met -e -> enkelvoud : De gepensioneerde heeft alle tijd om boeken te lezen.
- met -n -> meervoud : De gepensioneerden hebben alle tijd om koffie te                                                          drinken.

Bijvoeglijke naamwoorden die dingen/zaken aanduiden
- met -e -> bijna altijd
- met -n -> stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: de zilveren ring

Slide 12 - Slide

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving

Slide 13 - Slide

Toets H1 + H2

donderdag 29 oktober
woordenschat: herhaling, tegenstelling, opsomming,                                                        hyperbool, understatement, eufemisme
spelling:               trema, apostrof, accent, cedille, met/zonder -n 
                                + alle werkwoordsvormen
formuleren:      zinnen correct begrenzen, samentrekkingen                                        controleren    

Slide 14 - Slide

zelfstandig werken
weektaak: 
Hoofdstuk 2 Spelling: opdracht 1 t/m 5

Let op: 2 november boekopdracht inleveren!!

Slide 15 - Slide

doelen
  • Ik weet wanneer ik een meervouds-n moet gebruiken bij bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandig gebruikte telwoorden.
  • Ik weet hoe ik werkwoorden moet schrijven die in de tegenwoordige tijd hetzelfde klinken (vind - vindt)

Slide 16 - Slide