2_Voorbereiding_toets

2_Voorbereiding_toets
Voor het uitrekenen van vragen heb je nodig:
Schrift, rekenmachine, pen 



1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2_Voorbereiding_toets
Voor het uitrekenen van vragen heb je nodig:
Schrift, rekenmachine, pen 



Slide 1 - Slide

https://LessonUp.app/invite/h/4drbxHqngQo7KnXXX
Herhalen H2 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Woordformule:
Beltegoed in € = 25 - 0,20 x bel-tijd in minuten

Noemen we 0,20 het stijggetal of het daalgetal?
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het stijggetal van formule C?
A
+ 55
B
- 2
C
+ 70
D
+ 3

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het begingetal?
A
0
B
600

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het begingetal?
A
4
B
4000

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het begingetal?
A
1
B
400
C
2800
D
600

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

formule:
inkomsten in euro = 2 + 3,50t

Wat staat er tussen 3,50 en de letter t?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk getal in de formule is het stijggetal?
Aantal kopieën = 35 + 5 x minuten
A
35
B
5
C
Aantal kopieën
D
Minuten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Is de grafiek die bij de formule hoort een stijgende of een dalende grafiek?
Aantal flesjes = 40 - 6 x aantal weken
A
Stijgend
B
Geen van beide
C
Dalend
D
Ik kan het niet aflezen in de formule

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik wil bij een grafiek een formule schrijven. Waarmee begint de formule?
A
Staat bij de horizontale as
B
Staat bij de verticale as
C
Begingetal
D
Stijg- of daalgetal

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

staat bij de horizontale as
stijggetal
begingetal
staat bij de verticale as

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Kosten = 50 + 10 x lengte in m

Bereken lengte = 2 meter.
A
100
B
80
C
70
D
90

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Kosten = 50 + 10 x lengte in m

Bereken lengte = 4 meter.
A
140
B
200
C
240
D
90

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Welke vergelijking past bij deze balans? 
A
5a = 10
B
2a + 3 + 10
C
3 + 2a = 10
D
2a + 3 = 10

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Los de volgende vergelijking op.

4A + 17 = 29

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


4A + 17= 29
        -17  -17

4a          =12
:4               :4

A            = 3


Stap 1 
links de losse getallen wegwerken


Stap 2
beide kanten delen door het getal dat
voor de letter staat

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

afstand in km = 10 + 6t
Wat is de afstand als t = 0
A
10
B
16
C
6
D
0

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Geef van de formules aan of de bijbehorende grafiek een dalende of een stijgende lijn is. Sleep de formule naar het juiste vak.
Stijgende lijn
dalende lijn
b = -2a
b = a + 4
b = 25 + 2a
b = -6a + 12
b = 10 - 3a
b = 2a - 5

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het begingetal bij deze grafiek?
A
500
B
0
C
100
D
5

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Maak van alle onderdelen en bestaande formule
staat onder in de tabel
Begingetal
stijggetal
=
+
x
staat boven in de tabel

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het daalgetal bij deze grafiek?
A
400
B
100
C
-100
D
-500

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke formule past bij deze grafiek?
A
b = 25t - 75
B
b = 75 - 25t
C
b = 25 + 75t
D
b = 75 + 25t

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bereken ik het stijggetal. Wat is juist?
A
2,5 dat zie ik in de grafiek
B
12 : 6 = 2, dus 2
C
geen idee
D
6 : 12 = 0,5, dus 0,5

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het
begingetal?
A
60
B
40
C
20
D
Dat kan je niet weten!

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welke vergelijking hoort hierbij?
A
3b = 8
B
3b + 1 = 7
C
3b + 7 = 1
D
b = 7

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke vergelijking hoort hierbij?
A
3b + 2 = 11
B
2b = 12
C
3b = 8
D
2b + 3 = 11

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Oefen de balansmethode

2 + 8t = 66
Oefen de balansmethode

3b + 12 = 33


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Oplossing
2 + 8t = 66
-2          -2
8t   =    64
:8            :8
t      =    8
Oplossing
3b + 12 = 33
-12           -12
3b      = 21
:3           :3
b        =  7   


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Succes met leren!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions