What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
werkwoorden A Kinheim hoofdstuk 3 en 4
werkwoorden A Kinheim hoofdstuk 3 en 4
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
werkwoorden A Kinheim hoofdstuk 3 en 4
Slide 1 - Slide
Welke zin is juist?
A
Mijn oma slikt veel medicijnen.
B
Peter slik moeilijk, want hij heeft keelpijn.
C
Slikt jij weleens een paracetamol?
D
Ik slikt de boterham door.
Slide 2 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Klimen jullie vaak in bomen?
B
Klim jij vaak in bomen?
C
Jij klim vaak in bomen.
D
Joy klim weleens in een boom.
Slide 3 - Quiz
Welke zin is juist?
A
De bakkers bakt lekkere taarten.
B
De bakkers bakken lekkere taarten.
C
De bakkers baken lekkere taarten.
D
De bakkers bak de lekkere taarten.
Slide 4 - Quiz
De dief ........................ de portemonnee.
(pakken)
Slide 5 - Open question
Hoe laat ...................... jij naar Amsterdam?
(vertrekken)
Slide 6 - Open question
Dat meisje ..................... voor ze gaat slapen.
(bidden)
Slide 7 - Open question
Ik .......................dat woord altijd verkeerd.
(spellen)
Slide 8 - Open question
............... jij graag op tonijn?
(vissen)
Slide 9 - Open question
Mijn broer ......... om geld op voetbalwedstrijden.
(wedden)
Slide 10 - Open question
Ik .................... welk spelletje we gaan doen.
(beslissen)
Slide 11 - Open question
Wij ........ vandaag tomatensoep.
(eten)
Slide 12 - Open question
Mijn opa ........ heel slecht.
(horen)
Slide 13 - Open question
........ jij ook wel eens?
(klagen)
Slide 14 - Open question
Welk werkwoord gebruik je?
Vader ........ zich elke dag.
A
sleept
B
steelt
C
scheert
D
speelt
Slide 15 - Quiz
Welk werkwoord gebruik je?
De kinderen .......... hun docent.
A
spelen
B
turen
C
slepen
D
gehoorzamen
Slide 16 - Quiz
Welk werkwoord gebruik je?
De voetballer ...... een strafschop.
A
laadt
B
loopt
C
neemt
D
speelt
Slide 17 - Quiz
Welk werkwoord gebruik je?
Wij .... de boodschappen in onze tas.
A
praten
B
laden
C
klagen
D
turen
Slide 18 - Quiz
Welk werkwoord gebruik je?
De dief .... diamanten.
A
speelt
B
sleept
C
scheert
D
steelt
Slide 19 - Quiz
Ik ....... de winnaar te zijn.
A
loop
B
speel
C
hoor
D
heet
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
werkwoorden A Kinheim hoofdstuk 3 en 4 ww kiezen
September 2024
- Lesson with
20 slides
NT2
ISK
Het werkwoord 'zijn'
September 2023
- Lesson with
16 slides
Grammatica
Secundair onderwijs
Werkwoord 'hebben'
May 2023
- Lesson with
15 slides
NT2
Secundair onderwijs
SCC - Herhaling werkwoorden op -ER + avoir, être, aller - 1B
April 2023
- Lesson with
32 slides
Frans
Secundair onderwijs
Werkwoord 'zijn'
May 2023
- Lesson with
13 slides
NT2
Secundair onderwijs
Hebben en zijn
September 2024
- Lesson with
29 slides
NT2
Secundair onderwijs
Slimmer Schrijven: Pas de persoonsvorm aan!
April 2023
- Lesson with
15 slides
Werkwoord 'zijn'
May 2024
- Lesson with
21 slides
NT2
Secundair onderwijs