Les 2

Les 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken:

Neem de les goed door.
Leer goed de vertalingen van de conjuncties.

Interview een collega/ vriendin in het Nederlands (zie volgende dia's)

Opdrachten maken:
10, 12, 13, 14


Slide 2 - Slide

Oefening conjuncties:
Vul in: en, of, maar, want,  dus

1 Je kunt een kaartje kopen bij de automaat ............... je kunt het online kopen.
2 Het wiel van mijn fiets staat scheef...............de rem doet het niet goed.
3 Het is een Nederlandse film.................je moet goed luisteren en opletten.
4 Mijn zus is getrouwd ...............en ze woont nu in Spanje.
5 Ik wil u graag helpen..............ik ben hier helaas ook niet bekend.
6 We moesten heel lang wachten..................Cecilia's vliegtuig kwam veel te laat aan.
7 We kunnen hier nog een kopje koffie nemen.......we kunnen naar een ander café gaan.
8 Dat is een leuk eetcafé.........je kunt hier niet vegetarisch eten.
9 Je hoeft niet met de bus te gaan................de bioscoop is hier dichtbij.
10 Studenten krijgen tien procent korting op het abonnement. Jij bent student, ..........................je krijgt korting.

Slide 3 - Slide

Opdracht 11
Geef antwoord op de vragen.
Let op de structuur van de zinnen.

Slide 4 - Slide

Opdracht 15
Opdracht vocabulaire

Slide 5 - Slide

Grammatica
leggen -zetten - liggen

Doe de volgende opdracht na:
- Leg je boek op de stoel/ Leg je pen op de linkerhoek van de tafel.
- Zet je stoel in de keuken/ Zet je theekopje op het aanrecht.
- Laat je telefoon liggen.
- Zit recht.

Slide 6 - Slide

Opdracht 19


Gooi met de dobbelsteen en maak een zin met de conjuncties:

Slide 7 - Slide

Eigenschappen:

Welke eigenschappen staan er in de vocabulaire?
Het zijn er 8.

Welke eigenschap past bij jou?







Slide 8 - Slide

Huiswerk:    Opdracht 21 Later wordt het beter van Claudia de Breij

a Luister nog een keer naar het liedje.
b Welke betekenis heeft beter nog meer?
c Maak zinnen met de verschillende betekenissen van beter.
d Schrijf de zinnen op en vertel wat deze zinnen betekenen.
e Maak zelf ook een zin, een boodschap voor de mensen later.

Slide 9 - Slide

Schrijfopdracht
Op de volgende dia vind je een oefentoets schrijven.
Maak deze opdracht in een word bestand en stuur deze naar mijn mail.
Let op de aanhef en afsluiting.
Let op leestekens en hoofdletters.
Let op de structuur van de zinnen.
De volgende les gaan we de schrijfopdracht bespreken.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Liedje 
Interview
Vocabulaire Quizlet
H2 lezen en maken opd. 1
Schrijfopdracht

Slide 13 - Slide