This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Verhoudingen 2F: Procenten
Slide 1 - Slide
Spelregels korting berekenen
-Oude prijs = 100%
-Gebruik een verhoudingstabel
-Vul in wat je weet (bijvoorbeeld oude prijs)
-Reken via 1%
-Reken het onbekende uit
-Wat je onder doet moet je boven ook doen
Slide 2 - Slide
Voorbeeld
De oude prijs van een artikel is 35 euro, er zit nu 20% korting op. Wat is het kortingsbedrag?
Slide 3 - Slide
Een nieuwe stelling kost € 80, maar door introductiekorting gaat er 10% korting af, wat is het kortingsbedrag?
A
70 euro
B
60 euro
C
72 euro
D
88 euro
Slide 4 - Quiz
Spelregels voor nieuwe prijs
-Oude prijs is 100%
-Je weet het kortingspercentage
-Maak weer een verhoudingstabel zoals hiervoor
-Bereken het percentage dat overblijft
(10% korting = 100-10=90%)
Slide 5 - Slide
De waarde van het te verzenden pakket was 160 euro. Door derving is het 5% minder waard. Wat is de nieuwe prijs? (..... euro)
Slide 6 - Open question
Oude prijs berekenen
-Bedenk dat de oude prijs 100% is
-Kijk wat het kortingspercentage is
-Nieuwe prijs = 100-korting
-Maak verhoudingstabel met nieuwe prijs
-Reken terug naar 1 procent
-Reken naar 100% toe
Slide 7 - Slide
Willem deed deze week boodschappen voor 45 euro. Dat is 10% minder dan vorige week. Hoeveel had hij vorige week aan boodschappen uitgegeven? (tip: Vorige week is 100%)
A
35 euro
B
55 euro
C
49,50 euro
D
50 euro
Slide 8 - Quiz
Spelregels toename
-De oude prijs is 100 procent
-Nieuwe prijs = oude prijs + percentage verhoging
-Maak weer verhoudingstabel
-Vul in wat je weet
Slide 9 - Slide
Een huis kostte € 500.000, maar de prijs ging met 15% omhoog. Wat is de nieuwe prijs?
Slide 10 - Open question
UItwerking opdracht 4
-100% + 15 = 115%
Slide 11 - Slide
Marie koopt op Black Friday een nieuwe telefoon voor 180 euro. Dat is 10% minder dan vorige week. Hoeveel kostte deze telefoon vorige week? (tip: vorige week is 100%)