Hoe breidde Nederland in de 19e zijn aanwezigheid in Nederlands-Indië uit?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1.3 Nederland als koloniale mogendheid
Hoe breidde Nederland in de 19e zijn aanwezigheid in Nederlands-Indië uit?
Slide 1 - Slide
To do:
1. Huiswerk checken
2. herhalen vorige les
3. uitleg 1.3 deel 1
4. opdrachten werkboek maken
Slide 2 - Slide
Willem I wilde van Nederland een gecentraliseerde eenheidsstaat maken. Wat houdt dit in?
A
Veel macht voor de provincies, weinig voor het centrale bestuur.
B
Sterk centraal bestuur en weinig macht voor de provincies.
C
Elke provincie mocht eigen wetten maken.
D
Zoveel mogelijk gelijkheid tussen de burgers.
Slide 3 - Quiz
Stelling: In een gecentraliseerde eenheidsstaat zijn de provincies ondergeschikt aan het landelijke bestuur.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
De VOC had fabrieken
De VOC had factorijen
De VOC had aandelen
De VOC betaalden met euro's
De VOC had een leger
De VOC mocht geen gebieden veroveren
Slide 5 - Drag question
Hoe zag de handelsroute van de VOC eruit?
Handelsroute VOC
Slide 6 - Drag question
Hieronder staan vijf zinnen die te maken hebben met het einde van de VOC. Geef van elke zin aan of het een oorzaak of een gevolg is van het einde van de VOC. Sleep de zinnen naar de juiste plek.
Oorzaken
Gevolgen
De VOC had grote concurrentie vanEngeland.
De VOC hield op te bestaan.
Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog had de VOC geen inkomsten meer.
De VOC voerde een slecht financieel beleid.
De bezittingen van de VOC kwamen in handen van de Nederlandse staat.
Slide 7 - Drag question
VOC-gebieden in handen van de staat
Willem I nam de macht van de inlandse vorsten in.
gevolg
Java-oorlog (1825-1830)
Slide 8 - Slide
Indië van schadepost --> wingewest
Indië koste meer geld dan dat het opbracht
gevolg
Willem I voerde het in
Cultuurstelsel
Bedenker: Gouverneur-Generaal Johannes van de Bosch
Mensen op Java moesten 1/5 van hun grond gebruiken voor gewassen voor de export. Deze leverde ze aan de NHM. De NHM bepaalde de prijs voor de gewassen (=plantloon). De winst die met de verkoop van deze producten werd behaald noemde men baten.
Slide 9 - Slide
Voordelen
- Er kwam contant geld naar Indonesië
- Producten vanuit Nederland waren nu beschikbaar om te kopen
Nadelen
- Veel en op grote schaal uitbuiting
- Veel armoede
- Slechte grond mocht alleen voor eigen gebruik worden gebruikt. Goede grond niet.
Slide 10 - Slide
Economische veranderingen
- 1870 Agrarische wet ingevoerd.
Agrarische wet = een einde aan de handelsmonopolie van de Nederlandse overheid om handel te voeren met Indonesie.
Slide 11 - Slide
Opdrachten boek maken
Maak in je werkboek de opdrachten van paragraaf 1.4