Taalcompleet A2 Thema 1.11

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Blauwe woorden blz. 29

Aan de slag met de blauwe woorden van 1.10.

- Wat betekenen de woorden.

- Zinnen maken.

- Hoeveel woorden heb je onthouden?

Tickets kun je halen in ...

• de automaat   
• de automaten

Ik kom niet graag te laat. Ik kom liever ...

• op tijd               

De trein heeft vertraging door een ... storing

• technische     

De trein is te laat. Hij heeft 15 minuten ...

• vertraging       
• de vertraging 

Kan ik u helpen? Heeft u mijn ... nodig?

• hulp                               
• de hulp                         
• een handje helpen 

Normaal = Gewoon

Wat hij zegt is waar:

• Hij heeft gelijk    
• Ik heb gelijk         
• Jij hebt gelijk      

Dit betekent allemaal hetzelfde:

Dat is goed om te weten!

• handig         

Ik kan je niet verstaan er is hier zo veel ...

• lawaai        
• het lawaai
  

'Op een plek' of 'met iets':

 

• ergens    

Ik versta u niet goed. Kunt u ... spreken?

• duidelijk       

Taalcompleet A2 Thema 1.11

Begrijp jij het?

Welke zin klopt?

1. U spreken goed Nederlands
2. U spreek goed Nederlands
3. U spreekt goed Nederlands

Welke zin is NIET goed?

1. Jij belt mij
2. Zij bellen mij
3. Zij bel mij
4. Ik bel jou

Maak de zin goed:
Joyce-maken-soep

Maak de zin goed:
ik-eten-graag-brood

Welke zin is goed?

1. Kopen jij graag fruit?
2. Koop jij graag fruit?
3. Koopt jij graag fruit?

Welke zin is goed?

1. Sarah drinkt een kopje thee
2. Sarah drinken een kopje thee
3. Sarah drink een kopje thee

Maak deze zin goed:
kloppen- het- wel?

Welke zin is NIET goed?

1. Zij zingt in een band
2. Zij zingen in een band
3. Zij zing in een band
4. In een band zingt zij

Maak deze zin goed:
jij-maken-veel huiswerk