Thema Regeling 5.3 / 5.4

Biologie leerjaar 3
Thema Regeling - basisstof 5.3 Ruggenmerg / 5.4 Hersenen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie leerjaar 3
Thema Regeling - basisstof 5.3 Ruggenmerg / 5.4 Hersenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe heet de grijze stof van het ruggenmerg?
A
Ruggenmerg
B
Merg
C
Schors
D
Kalk

Slide 3 - Quiz

Aan welke kant van het ruggenmerg komen de gevoelszenuwcellen naar buiten?
A
Buitenkant
B
Buikzijde
C
Rugzijde

Slide 4 - Quiz

Wat zit er in een zenuwknoop?
A
Cellichamen van schakelcellen
B
Cellichamen van gevoelszenuwcellen
C
Cellichamen van bewegingszenuwcellen
D
Knopen

Slide 5 - Quiz

Waarom is de schors van het ruggenmerg wit?
A
Omdat de cellichamen van de schakelcellen wit zijn
B
Omdat er veel kalk in zit, want het is bot
C
Omdat de uitlopers een beschermende laag van bindweefsel hebben
D
Omdat de uitlopers wit zijn door het isolerende laagje

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Hersenstam
De hersenstam bestuurt vitale levensfuncties als hartslag, ademhaling en bloeddruk.

Reflexen worden geregeld door de hersenstam
 

Slide 8 - Slide

Impulsen van zintuigen:
gevoelscentra
Aansturing spieren en klieren: bewegingscentra

Slide 9 - Slide

Kleine hersenen
  • coördinatie: 
  • Evenwicht
  • Fijne motoriek

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De impulsen die in je ogen ontstaan, worden via ..... doorgegeven aan de hersenen.
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen

Slide 14 - Quiz

De impulsen die in je oren ontstaan, worden via ..... doorgegeven aan de hersenen.
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen

Slide 15 - Quiz

Impulsen die in je knie ontstaan (als je 'm stoot), worden via ..... doorgegeven aan je hersenen.
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je de scheidingslijn tussen de voorkant en achterkant van de grote hersenen?

Slide 17 - Open question

De kleine hersenen
A
verwerken alle inkomende impulsen.
B
geleiden impulsen van het ruggenmerg naar de grote hersenen.
C
zorgen voor coördinatie van alle bewegingen.
D
doen hetzelfde als de grote hersenen, maar dan sneller.

Slide 18 - Quiz

Drugs

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Slide