j4ns2 - 7 december 2020 - zuur/base reacties

Programma en lesdoelen
Programma:
  • checken huiswerk 
  • herhaling
  • Zuur-base reacties
  • Oefenen Examen vragen

Lesdoelen:
  • Je kan een reactievergelijking maken van een zuur-base reactie met een base die slecht oplost
  • Je kent de bekende zuren en basen, de basische ionen en de standaard zuur-base reacties
  • Je weet wat er ontstaat als je water aan een zuur toevoegd. 

1 / 11
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programma en lesdoelen
Programma:
  • checken huiswerk 
  • herhaling
  • Zuur-base reacties
  • Oefenen Examen vragen

Lesdoelen:
  • Je kan een reactievergelijking maken van een zuur-base reactie met een base die slecht oplost
  • Je kent de bekende zuren en basen, de basische ionen en de standaard zuur-base reacties
  • Je weet wat er ontstaat als je water aan een zuur toevoegd. 

Slide 1 - Slide

Wat is een de juiste definitie van een zuur?
A
Iets wat zuur smaakt
B
Een stof dat een H+ ion kan leveren
C
Een stof dat een H+ ion kan opnemen
D
Een stof met een lage pH waarde

Slide 2 - Quiz

Uit je hoofd leren!
6 bekende zure stoffen:
  • Azijnzuur HAc                                                    Salpeterzuur HNO3
  • Waterstofchloride HCl (zoutzuur)            Zwavelzuur H2SO4
  • Koolzuur  H2CO3                                              Fosforzuur H3PO4
Ga je deze stoffen oplossen in water dan ontstaan er  --> Ionen!

Slide 3 - Slide

Als je zwavelzuur H2SO4 oplost in water hoe noteer je dit

Slide 4 - Open question

Geef de oplosvergelijking van azijnzuur.

Slide 5 - Open question

Wat is de juiste definitie van een base
A
Iets wat zeepachtig aanvoelt
B
Een stof dat een H+ ion kan leveren
C
Een stof dat een H+ ion kan opnemen
D
Een stof met een hoge pH

Slide 6 - Quiz

Standaard zuur-base reacties
Zuurion reageert met base (4 verschillende basische "ionen" dus 4 standaard reacties)
  1. H+ (aq) + OH- (aq) --> H2O (l)
  2. 2 H+ (aq) + CO32- (aq) --> H2O (l) + CO2 (g)
  3. 2 H+ (aq) + O2- (aq) --> H2O (l)
  4. H+ (aq) + NH3 (g) --> NH4+ (aq)

Slide 7 - Slide

Stappenplan zuur-base reacties
Zoutzuur reageert met magnesiumoxide
1.  Noteer het zure ion (dat is dus altijd H+)
2. Noteer het basische ion (OH-, O2-, CO32- )
3. Noteer standaard zuur-base reactie
4. Zoek in je binas (tabel 35) op of de base goed oplost 
Goed oplosbaar? Klaar! 
Niet goed oplosbaar? 
5. Zet het metaalion voor het basische ion en na de reactiepijl
6. Maak de juiste verhoudingsformule basische stof (dit kan je! heb je ook bij zouten gedaan)
7. Maak de reactievergelijking kloppend

Slide 8 - Slide

Stappenplan zuur-base reacties
Zoutzuur reageert met kopercarbonaat

1.  Noteer het zure ion (dat is dus altijd H+)
2. Noteer het basische ion (OH-, O2-, CO32- )
3. Noteer standaard zuur-base reactie
4. Zoek in je binas (tabel 35) op of de base goed oplost 
Goed oplosbaar? Klaar! 
Niet goed oplosbaar? 
5. Zet het metaalion voor het basische ion en na de reactiepijl
6. Maak de juiste verhoudingsformule basische stof (dit kan je! heb je ook bij zouten gedaan)
7. Maak de reactievergelijking kloppend

Slide 9 - Slide

Ik kan een zuur-base reactie opstellen met een base die niet goed oplost.
A
Ja!
B
Gaat steeds beter
C
Nog niet, moet nog meer oefenen
D
Nog niet, ik heb nog extra uitleg nodig

Slide 10 - Quiz

Afsluiten
Huiswerk = 

mk 22 t/m 29 (blz. 64 en 65 werkboek)

Uit je hoofd leren: Bron 3 en 4 (blz. 103 TB), Bron 2 (blz. 106 TB), Bron 1 (blz. 109 TB), Bron 4 (blz. 110 TB) 

Slide 11 - Slide