H7 - les 10

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Ik kan alle werkwoordsvormen correct spellen.
  • Ik weet hoe ik hoofdletters en leestekens correct moet gebruiken.
  • Ik kan woorden in het meervoud zetten.
  • Ik kan verkleinwoorden maken.
  • Ik kan samenstellingen maken.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Samenstellingen uitleg
  • Maken H7, paragraaf 7 
  • Leesautobiografie (11 oktober!)

Slide 3 - Slide

H7 Spelling
  • Herhaling alle onderdelen uit de   onderbouw
  • Per week 2 paragrafen
  • Doe je actief mee in de les, dan         heb je weinig huiswerk.
  • Eind van het hoofdstuk bezemles

Slide 4 - Slide

Paragraaf 7
Samenstellingen

Slide 5 - Slide

Samenstellingen
Samenstellingen schrijf je in het Nederlands in het algemeen aan elkaar. Soms schrijf je de woorden los van elkaar.

Sommige woorden kun je gewoon aan elkaar plakken als je een nieuw woord wilt vormen, bij andere moet je -s-, -e- of -en- tussen de woorden zetten.

Slide 6 - Slide

Samenstellingen: tussen -s
  • Je schrijft de tussen-s als je hem hoort: stadswacht, beroepsmilitair
  • Als het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint, is de tussen-s lastig te horen. Vervang dan het tweede deel en schrijf de -s- als je die in vergelijkbare samenstellingen hoort:
     - personeelschef, want: personeelsbeleid
     - staatsschuld, want: staatskas
     - scheepsjournaal, want: scheepstoeter

Slide 7 - Slide

Samenstellingen: tussen -n

Slide 8 - Slide

Paragraaf 8
Aan elkaar of los?

Slide 9 - Slide

samenstellingen
Samenstellingen schrijf je in het Nederlands in het algemeen aan elkaar. Soms schrijf je de woorden los van elkaar.

Slide 10 - Slide

aan elkaar
samenstellingen van twee of drie woorden:
- deurbel, vakantiehuis, lagelonenland
- autorijden, uiteenspatten, televisiekijken
- donkerblauw, kogelvrij, veelgelezen
- indiensttreding, teraardebestelling

Slide 11 - Slide

aan elkaar
getallen tot duizend (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend:
- vijfenveertig, zeshonderdvijftig, dertienduizend

Maar: tien miljoen, drie miljard

Slide 12 - Slide

aan elkaar
combinaties van een voorzetsel en een bijwoord:
- Hij woont hier heel dichtbij.

Maar:  als na het voorzetsel een voornaamwoord of een zelfstandig     
               naamwoord volgt, schrijf je voorzetsel en bijwoord los:
- Hij woont dicht bij mij (pers.vnw). 
- Hij woont dicht bij het winkelcentrum (zn).

Slide 13 - Slide

aan elkaar
combinaties van of twee voorzetsels:
- voorin, achterop

Maar:  als na het voorzetsel een voornaamwoord of een zelfstandig 
              naamwoord volgt, schrijf je de voorzetsels los:
- Mila zat boven op haar (pers.vnw).
- Bij lange reizen zit Els graag voor in de bus (zn), want achterin 
   wordt ze altijd misselijk.

Slide 14 - Slide

aan elkaar
voornaamwoordelijke bijwoorden; die bestaan uit er, hier, daar, waar + voorzetsel:
- hieraan, waarvoor, erdoorheen, daartegenover

Maar: de regel geldt niet voor ‘voorzetsels’ die deel uitmaken van    
            samengestelde werkwoorden (ww) als inpakken of afhangen. 
- Maak je de surprise op zolder en pak je die daar in? Nou, dat hangt ervan af. 
- Het cadeautje lag eerst op de tafel, maar het viel ervanaf.

Slide 15 - Slide

oefenen

Slide 16 - Slide

Aan elkaar of los?
A
minimum inkomen
B
minimuminkomen

Slide 17 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning

Slide 18 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
We gaan eropuit.
B
We gaan er opuit.
C
We gaan erop uit.

Slide 19 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
zich er van af maken
B
zich ervan af maken
C
zich ervanaf maken
D
zich ervan afmaken

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Nieuw Nederlands (online)
Cursus 7 Spelling, par. 7 + 8 (samenstellingen):  5 opdrachten naar keuze

Klaar?       -> controleer of je per paragraaf 5 opdrachten af hebt (geen 0%)
                    -> verder werken aan leesautobiografie   (11 oktober)
                    -> verder lezen in je boek   (15 november)

Slide 22 - Slide