voornaamwoordelijke bijwoorden; die bestaan uit er, hier, daar, waar + voorzetsel:- hieraan, waarvoor, erdoorheen, daartegenover
Maar: de regel geldt niet voor ‘voorzetsels’ die deel uitmaken van
samengestelde werkwoorden (ww) als inpakken of afhangen.
- Maak je de surprise op zolder en pak je die daar in? Nou, dat hangt ervan af.
- Het cadeautje lag eerst op de tafel, maar het viel ervanaf.