H4 taalverzorging mannelijke, vrouwelijke of onzijdige woorden (les 3 maandag)

1C - maandag 22 maart
Nodig: H4 taalverzorging: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig blz. 108 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1C - maandag 22 maart
Nodig: H4 taalverzorging: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig blz. 108 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 
1. Opening ~2 min
2. 10 minuten lezen ~10 min 
3. Verwijswoorden bespreken ~5 min
4. Uitleg voltooid deelwoord ~10 min 
5. Verwijswoorden afmaken of starten met voltooid deelwoord 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen wanneer je de verwijswoorden deze, die, dit en dat gebruikt. 
  • Je weet hoe je het voltooid deelwoord goed kunt spellen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bespreken! Blz. 108 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zie jij de fouten? 
1. Deze boek heb ik al drie keer gelezen; het is fantastisch geschreven.
2. Deze apparaat is erg handig, je kunt het overal voor gebruiken.
3. Wat vind je van die nieuwe tijdschrift? Verrassend, hè?
timer
1:00

Slide 6 - Slide

1 minuut: iedereen moet nadenken. Ik kies daarna 3 leerlingen uit die de beurt krijgen. 
NU: uitleg voltooid deelwoord
Ben je al klaar met alle opdrachten over de verwijswoorden die, deze, dit en dat? Dan kan je na de uitleg beginnen met het voltooid deelwoord. 

Ben je nog niet klaar met de verwijswoorden? Dan moet je dat vandaag afmaken. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waar zie je een voltooid deelwoord staan?
A
is
B
heb gewerkt
C
herstellen
D
loop jij?

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met een voltooid deelwoord.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Een werkwoord kan verschillende vormen hebben:



Uitleg werkwoordsvormen
persoonsvorm (pv)
hele werkwoord (hele ww)
voltooid deelwoord (vd)
Uitleg

Slide 11 - Slide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Staat er in een zin één werkwoord, dan is dat automatisch de persoonsvorm.

Staan er meer werkwoorden in de zin, dan weet je dankzij de tijdproef welke de persoonsvorm is. 

Voor de overige werkwoorden geldt dan dat je te maken hebt met een voltooid deelwoord en/of een heel werkwoord.





Drie werkwoordsvormen

Slide 12 - Slide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Als er één werkwoord in de zin staat, dan is dat altijd de persoonsvorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Als er meer werkwoorden in de zin staan, dan vind je de persoonsvorm met de tijdproef.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als je weet wat de persoonsvorm is, dan is het andere werkwoord altijd een voltooid deelwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een persoonsvorm kan samen met een heel werkwoord in een zin staan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
ik heb gelopen
ik ben geland

Begint vaak met ge-
Staat nooit alleen in de zin --> vorm van hebben, zijn of worden

Heb je alle kommen afgewassen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord kan ook beginnen met andere voorvoegsels:

  • -be-
  • -ver-
  • -ont-
  • -her-
  •  -er-

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
Kan eindigen op -en
Kan eindigen op -n
Kan eindigen op -t of -d
Hij heeft gelopen.
Zij heeft lang gestaan.
Zij zijn gisteren geland.
Oma heeft een deken gehaakt.
-t of -d? verlengproef of 't ex-kofschip / 't ex-fokschaap 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag! H4 taalverzorging
WAT: Verwijswoorden afmaken / starten met voltooid deelwoord. 

HOE: schrif of in Studiewijzerplus

HULP: Pak de theorie erbij, vraag je klasgenoot, vinger opsteken

EERDER KLAAR: Lezen in je leesboek, trainen Studiewijzerplus. Geen spelletjes!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vragenrondje en afsluiting
Hoe sta je ervoor? 

- Ik heb het gevoel dat ik achterloop ja/nee
- Ik heb extra hulp nodig ja/nee
- Ik heb uitdaging nodig ja/nee 

donderdag: verder met voltooid deelwoord. Verwijswoorden moeten vandaag af zijn!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wie weet het meest? 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions