aardse extremen

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 5-8

energie, de kracht van de aarde

Vandaag gaan we het hebben over:

Aan het eind van de les gaan jullie in twee of drietallen één van de vijf onderstaande onderdelen verder onderzoeken en er een presentatie over houden in de volgende les. 

- tsunami

- lawine

- tornado

- vulkaanuitbarsting

- onweer

Aardbevingen

- Wanneer twee platen langs elkaar heen schuiven kunnen er aardbevingen ontstaan

- Een aardbeving ontstaat in de aarde.

- De trillingen noemen we schokgolven

Aardbeving

Hypocentrum= het diepste punt, waar de aardbeving ontstaat. 

Epicentrum= Het punt aan het aardoppervlak, waar de beving het hevigst is.

Aardbevingen

• De platen botsen en schuiven langs elkaar of uit elkaar. 
  
• In het hypocentrum schuiven de platen het meest langs elkaar.
  
• In het epicentrum is de aarbeving het sterkst te voelen.
  
•  Met de Schaal van Richter wordt  de kracht van een aardbeving  aangegeven.
  

de Mars en MilkyWay proef

Leg de Mars en MilkyWay plat op de tafel.

Boots de botsende aardplaten na door ze tegen elkaar aan te drukken. 

Goed door blijven duwen!

Beschrijf wat er is gebeurd, bij de Mars proef?

Nog een soort

aardbeving deze ontstaat door

iets uit de aarde te halen.

de schaal

van Richter

De schaal van Richter

Wat is het epicentrum?

1. het diepste punt waar de aardbeving ontstaat
2. in het centrum van de stad waar de beving is
3. het punt aan het aardopppervlak
4. het punt waar de beving het sterkst is

Als er een aardbeving is geweest van 8,5 op de schaal van Richter, wat is dan het gevolg?

1. er staat geen gebouw meer overeind
2. binnenshuis rammelen vazen en glazen
3. de blaadjes aan de bomen bewegen
4. veel gebouwen storten in

Wat heb je geleerd van deze les?

Jullie gaan een onderwerp uitkiezen voor een presentatie. Alle onderwerpen moeten worden gekozen in deze klas. Spreekt een onderwerp je aan, zoek dan een ander die dit ook wil. 

Maak twee of drietallen.

- vulkaanuitbarsting

- lawine

- tsunami

- onweer

- tornado

Maak een presentatie!

Onderzoek je onderwerp: 

- hoe ontstaat het?

- wat gebeurt er dan?

- hoe ziet dat eruit? enz.

gebruik steekwoorden

Je presentatie moet een beleving zijn, dus prikkel de zintuigen. Ogen, oren en ervaren door proefjes. Heb je materiaal nodig? Kom het maar vragen!