This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhaling H6 Overheid
Voorbereiding TW6
Slide 1 - Slide
Noem de 3 groepen van de overheid van Nederland
Slide 2 - Open question
Wie is geen ambtenaar?
A
Minister
B
Politie
C
Burger
D
Gouverneur
Slide 3 - Quiz
Welke is geen goede voorbeeld van infrastructuur?
A
Snelwegen
B
Telefoonkabels
C
Internetverbinding
D
Toiletten
Slide 4 - Quiz
Wat zijn de kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
Een burger betaalt ervoor
B
De overheid betaalt ervoor
C
Iedereen mag het gebruiken
D
Het is voor privé gebruik
Slide 5 - Quiz
Geld/ uitkering dat de overheid geeft aan mensen zonder inkomen noemen we ....
Slide 6 - Open question
Welke uitkeringen geeft de overheid?
A
WW-uitkering en AOW-uitkering
B
WW-uitkering en AZV
C
AOW-uitkering en AZV
D
AZV en BTW
Slide 7 - Quiz
De overheid krijgt .... en .... van de werkenden om de sociale zekerheid te betalen.
A
Sociale premies en sociale uitkeringen
B
Sociale premies en BTW
C
BTW en belastingen
D
Sociale premies en belastingen
Slide 8 - Quiz
Shelly verdient € 2.900,- bruto per maand. Haar sociale premies en belastingen zijn € 560,-. Bereken hoeveel procent de inhoudingen zijn van haar loon.
Slide 9 - Open question
Wie streeft naar winst?
A
Collectieve sector
B
Particulier sector
Slide 10 - Quiz
Om een bedrijf of organisatie te stimuleren geeft de overheid ......
Slide 11 - Open question
Om een gedrag te stoppen verhoogt de overheid de prijzen met ....
Slide 12 - Open question
Wat presenteert de overheid aan de bevolking elk jaar?
A
rijksbegroting
B
miljoenennota
C
troonrede
D
Alle drie
Slide 13 - Quiz
Als de uitgaven meer zijn dan de inkomsten dan is er sprake van ....
A
Begrotingsoverschot
B
Begrotingstekort
Slide 14 - Quiz
Schrijf 3,4 mld in mln
Slide 15 - Open question
De totaal ontvangen belastingen zijn € 87,9 mld. Nederland heeft 16,4 mln werkenden. Hoeveel belasting wordt per inwoner afgedragen?