Basisstof 3 Veranderingen in de pubertijd

Veranderingen in de pubertijd
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Veranderingen in de pubertijd

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
2.3.1 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
2.3.2 Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 2 - Slide

Planning
theorie (10 min)
quiz vragen
Aantekening
Opdrachten/huiswerk

Slide 3 - Slide

Geslachtskenmerken: primair en secundair
Primaire geslachtskenmerken:
Aanwezig bij de geboorte:
Meisje: schaamlippen, clitoris
Jongen: penis, teelballen

Secundaire geslachtskenmerken:
Ontstaan in de puberteit onder 
invloed van hormonen.

Slide 4 - Slide

Geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken:
Meisje: vagina, schaamlippen
Jongen: penis, balzak

Secundaire geslachtskenmerken:
schaamhaar, groei geslachtsorganen, meer zweet en talgklieren

Slide 5 - Slide

Intersekse personen
- Het lichaam heeft beide geslachtskenmerken of er ontbreken kenmerken.
- Soms aan de buitenkant zichtbaar (bv. ontbreken penis)
- Soms inwendig (bv. geen baarmoeder hebben)

Slide 6 - Slide

Hormonen
Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen (bv. ontwikkeling geslachtskenmerken). Hormoonklieren geven de hormonen af aan het bloed.

Een belangrijke hormoonklier voor de voortplantingsorganen is de hypofyse (in de hersenen). 

Deze hormonen regelen o.a. de werking van de eierstokken (oestrogenen) en teelballen. (testosteron)

Slide 7 - Slide

Ontwikkeling geslachtsorganen met of zonder testosteron

Slide 8 - Slide

de menstruatiecyclus

Slide 9 - Slide

Ontwikkeling follikel in eierstok

Slide 10 - Slide

eisprong
een ander woord voor eisprong is OVULATIE.
-De eicel komt vrij uit de eierstok. 
- Eileiders vervoeren de eicel. 
- Per 4 weken 1 eicel


Slide 11 - Slide

Menstruatiecyclus, wat doet de baarmoederwand?
- rijpend follikel produceert oestrogenen. > Baarmoederslijmvlies wordt dikker. 
- Na ovulatie maakt het gele lichaam hormonen die het baarmoederslijmvlies dik houden.

- geen bevruchting? > gele lichaam sterft af > menstruatie

Slide 12 - Slide

Menstruatiecyclus 
cyclus: ongeveer 4 weken. 

Slide 13 - Slide

kortom: hoe gaat zo'n cyclus?
- Starten vanaf eerste dag dat vrouw ongesteld is
- vrouw is 4 dagen ongesteld (ongeveer, per vrouw verschillend)
- op dag 14 de ovulatie 
- cyclus duurt gemiddeld 28 dagen (soms meer of minder)

Slide 14 - Slide


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 15 - Quiz

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 16 - Quiz

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats?
A
Nee
B
Ja
C
D

Slide 17 - Quiz

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 19 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 21 - Quiz

Wat is menstruatie?
A
Dat een meisje een vrouw wordt
B
Dat een meisje borsten krijgt
C
Dat een meisje zwanger wordt
D
Dat een meisje bloed verliest elke maand

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander woord voor menstruatie?

Slide 23 - Open question

Aantekening
primaire geslachtskenmerken: Geslachtskenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn.
secundaire geslachtskenmerken: Geslachtskenmerken die ontstaan vanaf de puberteit.
ovulatie (eisprong): Een eicel komt vrij uit de eierstok.
menstruatiecyclus: Proces van ovulatie en menstruatie dat steeds opnieuw begint, duurt gemiddeld 28 dagen

Slide 24 - Slide

Leg in eigen woorden uit wat er gebeurt tijdens de menstruatie

Slide 25 - Open question

Huiswerk
Lees basisstof 3 (blz 90 t/m 93)
Maak online opdracht 1 t/m 3, 5, 6 en 7
Maak in je boek opdracht 4

Slide 26 - Slide

Lesdoelen

1. Je weet en kunt uitleggen wat menstruatie is.

2. Je weet en kunt uitleggen wanneer de ovulatie plaatsvindt.

3. Je weet en kunt uitleggen wat de menstruatiecyclus is.






Slide 27 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 28 - Mind map

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 29 - Mind map

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video