LWEO 3H4T4 Hoofdstuk 1 Begroten voor iedereen 1.1/1.2 en deel 1/3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3 havo

1.2 zakgeld en 1.3 (1e deel) huishoudens en hun financien Waar heb jij behoefte aan?

Terugblik vorige les

Huiswerk was

lees bladzijde 6 en lees Hoofdstuk 1.1 en 1.2 

Maak opdrachten 1.1 tm 1.4

Huiswerkcontrole vraag 1.3

1. 3.a beantwoording door: ik noem de naam van de leerling.3.b beantwoording door: ik noem de naam van de leerling.

1.3.c beantwoording door: ik noem de naam van de leerling.

1.3.d beantwoording door: ik noem de naam van de leerling.

Rekenen met tijd

Tijd is niet in stappen van 10, maar op een afwijkende manier ingedeeld.

Klik hier voor een ezelsbrug over het aantal dagen in een maand

Een dag (24 uur) wordt ook wel etmaal genoemd.

Een examenkandidaat kent deze eenheden van tijd en kan ze op de aangegeven wijze omrekenen naar een andere tijdseenheid.

Let bij het aantal dagen per maand op februari, en de overgang juli - augustus. In een schrikkeljaar heeft februari 29 dagen. In het examen hoef je hier alleen rekening mee te houden wanneer dat expliciet aangegeven staat.

Heb je een bijbaan? Waar werk je en wat doe je daar?

Chartaal en giraal geld

• 2 soorten geld:
  

1. Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.
   
2. Giraal = geld dat op je account/bankrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.

NIBUD

Nationaal 

Instituut 

BUDgetvoorlichting

Zijn er vragen?

Maak opdracht 1.5 en 1.7

Als je vragen hebt, ga dan verder met de volgende opdracht of het volgende onderdeel en stel als je niet verder kunt eerst de vraag aan je buurman of buurvrouw.
Als jullie het samen niet weten steekt er 1 iemand de vinger op, dan roep ik je bij mij (op 1,5 meter).

De eerste 5 minuten in stilte werken: klaar? maak 1,8 en 1,9

cirkeldiagram

Staafdiagram

Lijndiagram

Een lijndiagram laat een stijging of daling zien in de loop van tijd

Begroting

Begroting = overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven

Zijn er vragen?

3 havo

1.3 (2e deel) en 1.4 het huishoudboekje van de overheid

Lesdoelen van de vorige les:

• Zakgeld en wat doe jij ermee?
• Rekenen met tijd
  
• Nibud
• Begroten/Budgeteren
  
  

Huiswerk was

lees paragraaf 1.3 en 1.4 

maak opdracht 1.08 tm 1.14.

Vragen?

Lesdoelen van deze les:

• Prinsjesdag. Waneer is dat en wat is het?
  
• Directe en indirecte belastingen
• Sociale premies
• Uitkeringen en toeslagen
  
  

De derde dinsdag van september

Wie weet er welke dag het vandaag is ?
Hoe noem je deze dag in de politek?
Wat is de ridderzaal en wat is de grote kerk en waarom noem ik deze hier?
Wat wordt er voorgelezen?
Door wie?

Prinsjesdag

Prinsjesdag

• 3e dinsdag van september
• De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
• de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting

Prinsjesdag

Schrijf de belangrijke woorden in je schrift die je hoort en/of ziet  in het volgende filmpje.

https:

Indirecte belastingen

Btw en millieu-heffing

Accijns (ook op alcohol en sigaretten)

2 Opdrachten

Pak je telefoon, log in op de lesson ip app die je in de introductieles hebt geinstalleerd en log in met de code linksonder in het scherm

Wat zijn sociale premies en door wie worden die betaald

Noem zoveel mogelijk
uitkeringen

Sociale premies

• Worden ingehouden op het brutoloon van werknemers
• Worden gebruikt voor de sociale zekerheid

Sociale zekerheid

Uitkeringen & Toeslagen:

• WW
• AOW
• Huurtoeslag
• Zorgtoeslag

Huiswerk 

voor dinsdag 22-9-2020

 

maak opdrachten 1.15 tm 1.24 en maak bouwsteen 1.1

lees hoofdstuk 2.1